KERSVERS
Dinsdag 14 juli 2009
Al wat beweegt zal in beweging blijven
Erop en/of eronder: een keus is er niet
Niets dat beklijft en alles zal verdwijnen
Je leven een vuurwerk … of niet S.V.
Zondagochtend is te midden van zijn dierbaren overleden
Simon Vinkenoog
18 juli 1928 12 juli 2009
Zijn levensvreugde zal ons blijven inspireren, we zullen hem missen.
Edith
Vinkenoog - Ringnalda
Robert
Vinkenoog
Alexander
Vinkenoog & Dagmar, Marvin en Sammy
Anna
Sunya Vinkenoog
Arthur
Vinkenoog
Barbara
Mohr
Juana
Huges & Pavan, Ambika
Talitha
Huges & Marc, Bodil en Babette
Kees
& Ellis Verheul, Kees, Dirk, Gijs, Bart en Anna
Er
is gelegenheid tot afscheid nemen op zijn verjaardag
zaterdag 18 juli van 9.00 tot 12.00 uur in de kapel
op begraafplaats St.Barbara, Spaarndammerdijk 312, Amsterdam.
Daarna
zullen we Simon met z’n allen begraven.
Sarphatistraat 25, 1018 EV Am*dam
– in plaats van kaarten –
Zo luidt de rouwadvertentie die vandaag in Het Parool zal staan. Als
er één ding duidelijk is geworden in deze afgelopen dagen, dan
is dat wel de overweldigende hoeveelheid mensen voor wie Simon van betekenis
is geweest en zal blijven. Daarom is iedereen welkom om van deze heerlijke man
persoonlijk afscheid te komen nemen. Hij is immers van ons allemaal. Toespraken
zijn niet nodig, want wij weten allen wie hij was en wat hij voor de wereld
heeft betekend.
De kist zal open zijn, Deo Volente, zodat men hem kleine attenties kan toestoppen
die hem op zijn laatste reis zullen vergezellen. Ook mag op de kist getekend
worden en wie zich geroepen voelt mag de dode natuurlijk iets in het oor fluisteren.
Zijn vrienden muzikanten zullen nog één keer voor hem spelen,
luister naar wat zij hem willen meegeven, in muziek kan dat beter nog dan met
woorden.
Het zal een komen en gaan zijn, tot het moment dat zijn drie zonen Robert, Alexander
en Arthur, samen met Derrick Bergman, Joep Bremmers en René Franken uit
Antwerpen - vrienden met wie hij de laatste jaren van zijn leven intens heeft
gedeeld - Simon naar zijn laatste rustplaats zullen brengen.
Iedereen mag een symbolisch schepje zand op de kist gooien en voor mijn geestesoog
zie ik uiteindelijk een berg ontstaan, bedolven onder een zee van bloemen.
Ooit heeft Simon te kennen gegeven dat hij het liefst op een brandstapel in
Ruigoord van deze wereld zou willen verdwijnen en daarom richten wij aldaar
een Vreugdevuur aan om de hemel te verwittigen van zijn komst.
Heden gaat in vlammen op ... gemaakt door Annemarie Soeterik
samen met Simon in 1979.
Deze pyramide bracht zij mij gisteren.
Wij hebben een prachtig graf gevonden naast een meisje dat op zesjarige leeftijd stierf in een Volkstuin aan leukemie, op onze trouwdag 1 september, ander jaartal. Haar grafje doet denken aan Simon's totem in de tuin, en zijn graf is nummer 23, het nummer van Simon's ateliertje op Buitenzorg.
Alles samen beslist. Foto: de heer J.E.C.M. Degenkamp, beheerder
van begraafplaats St. Barbara.
'Mijn spel is zo eenvoudig, niemand kan het raden' (Paul van
Ostaijen).
Simon de dag vóór de hersenbloeding. Foto: Derrick
Bergman
Wij verwachten veel mensen om op waardige wijze een man van formaat
de laatste eer te bewijzen.
Namens de familie, Edith Ringnalda, trouw.
Dinsdag 7 juli 2009
Alweer een week onder het zeer gastvrije dak van het Revalidatiecentrum
Amsterdam aan de Overtoom.
Ik heb al negenentwintig pagina's volgekrabbeld in het Moleskine-notebook
dat ik voor mijn 80ste verjaardag kreeg; ik hoop dat ik de 18e juli met Edith
aan mijn zijde bij mooi weer mijn 81ste verjaardag hier in het tuinpark mag
vieren met enkele uitverkoren vrienden en verwanten. Aan imposante wolkenvelden
nog immer genoegen te scheppen, bovendien schieten zwaluwen, duiven en parkieten
voorbij. Het is uiteraard een zeer vreemde, zoniet uiterst buitengewone gebeurtenis,
na een transtibiale amputatie, het rechterbeen onder de knie, verder te leven.
Het is de bedoeling dat mij een prothese zal worden aangemeten; hiervoor moeten
eerst de wonden waarin nog hechtingen zitten geheeld zijn - en het verdere
verloop laat ik even aan uw verbeeldingskracht over.
Het is een proces dat nog maanden kan duren. Ik leef als het ware buiten de
tijd, in een hier en nu, dat bestaat uit het verwerven van allerlei vaardigheden
die ik tot nu toe niet besefte. Met looprek weet ik mij naar de wc te begeven,
met rolstoel weet ik mijn weg te vinden naar de Huiskamer op deze verdieping,
alsmede de lift naar de begane grond, waar ik bij de balie mijn dagelijkse
ochtend- en avondkranten ophaal en kan kiezen tussen het uitgestrekte tuinpark
achter het instituut, grenzend aan het Vondelpark, ofwel het sidewalk rcafé
naast de ingang aan de Overtoom, tramhalte lijn 1 stopt voor de deur.
Een waarlijk va-et-vient in deze verhalenfabriek. Je mede lotgenoten zijn
uiterst communicatief (je bent in Amsterdam tenslotte) en de diverse disciplines
rond mind en body zijn ronduit voortreffelijk. Een andere
oude bekende, Frans Pointl, hier sinds januari, ontmoette ik in onze gemeenschappelijke
Huiskamer bij de maaltijden.
Edith's 55ste verjaardag werd zondag gevierd met haar zuster Fleur, zwager Gawie en hun kinderen. Zij, die ik voor het laatst gezien had tijdens onze Italiaanse reis in april-mei, vonden dat ik er veel beter uitzag dan vóór de operatie. Een feit is dat de ondraaglijke pijnen die ik de afgelopen tijden aan de rechtervoet had de wereld uit zijn, evenals de slapeloze nachten en het gebrek aan eetlust. Van de diëtist mag ik eten als een wolf; verder sta ik ingeschreven voor fysio- en ergotherapie: de eerste stappen met de rollator heb ik reeds gezet.
Uit Den Haag nam Fleur drie boekwerken mee, in 1 exemplaar op
glanzend fotopapier gedrukt, te weten de uitdraai van de tweede helft van
het jaar 2007 (301 pagina's) en het jaar 2008 januari - juni (306 pagina's)
en juli - december (355 pagina's).
Een en ander doet onze neef Bozar Ben Zeev al sinds het begin voor mij. Op
eigen initiatief siert hij ieder omslag met een topfoto van Edith en mij;
dit keer met foto's van Tamas Kooning Lansbergen, Keke Keukelaar en Michiel
van Nieuwkerk, in de betreffende periode genomen. Ik ben hem zeer dankbaar,
want het is een tijdrovend karwei; uiteraard tot juni 2004 achterstevoren
terug te lezen in de link Kersvers Archief. Gelieve dit even te melden
aan Atte Jongstra!
Zonder de vele foto's en illustraties, knipsels en kunstwerkjes zou deze content
slechts vlak zetwerk zijn, vol goede raad en een leven doordesemd van poëzie.
... ideale samenwerking ...
De van Fleur gekregen roman van Geert Kimpen De Kaballist (Arbeiderspers, 17e druk, maart 2009) doet mij denken aan de Chassidische Vertellingen van Martin Buber en aan De Zohar. Kaballistische fragmenten van Gershon Scholem. Ik heb de eerste negen hoofdstukken van deel I met interesse gelezen; er zijn in totaal tweeënzeventig hoofdstukken. In de bibliografie zelfs drie titels van Madonna, deze eeuw uitgegeven door Vassallucci: De appels van meneer Peabody, De Engelse rozen en Jacob en de zeven dieven. Ik weet niets van de auteur, die volgens de uitgever ook De geheime Newton schreef. Reden te meer om dit onderhoudende boek verder te lezen. www.geertkimpen.com.
Gegroet, zonnebroeders en zonnezusters. Simon Vinkenoog, Welgemoed.
Donderdag 2 juli 2009
De tweede dag in het RCA aan de Overtoom met een wijds uitzicht op de tuin grenzende aan het Vondelpark vanuit mijn kamer op de derde verdieping. Gisteren hoorde ik kinderen juichen bij het pierebadje en ook van nabij konden wij tennislessen voor junioren aanschouwen. Een rondleiding met een van de verpleegkundigen toonde ons de diverse vertakkingen van dit zorginstituut, dat zo te zien met liefdevolle aandacht geleid wordt. Het medeleven van de mensen met mijn huidige situatie doet mij uiteraard veel goed. Het spreekt vanzelf dat mijn motivatie om hier ganz und gar wiederhergestellt op een goede dag weer op eigen benen te vertrekken, is uiteraard groot. Ondertussen weet ik met mijn rolstoel handig te laveren.
Mijn bewegingsvrijheid is welliswaar beperkt, maar ruim genoeg
om de dagen zinvol te vullen. Met Edith dagelijks uren aan mijn zijde, wordt
het scrabblespel nog altijd met veel inzet beoefend en de kranten waarop ik
geabonneerd ben zullen hier ter plekke bezorgd worden. Over de duur van mijn
verblijf alhier is nog weinig te zeggen; ik heb verschillende specialisten
aan mijn bed gehad die allen zeer tevreden zijn over de wijze waarop de wond
onder mijn rechterknie aan het helen is: de agrafes (nietjes) moeten er nog
uit verwijderd worden binnen enkele dagen. De afdeling fysiotherapie van het
OLVG heeft mij uiteraard geleerd het belang van buigen en strekken, biceps
en triceps. Het belangrijkste is de balans op één been te hervinden
die ik eerst met beide benen had. Over bewustzijnsverruiming gesproken!
Mijn lectuur heeft zich de afgelopen weken in feite beperkt tot het lezen
van de meer dan 500 pagina's in manuscriptvorm die Derrick Bergman aan mijn
leven en werk tussen 1928 en 1956 (mijn terugkeer vanuit Parijs naar Amsterdam)
gewijd heeft. Ik moest zo te zeggen door een moeilijke jeugd heen, maakte
de bezetting en de hongerwinter mee, liet mijn zoon Robert bij Jenny Levèvere
achter. Mijn vertrek naar Parijs met Judith Cohen, de ontmoeting bij Ossip
Zadkine met Shinkichi Tajiri, mijn werkzaamheden als Special Requests Documents
Officer bij de Unesco, de visiting firemen, de acht afleveringen
van mijn little magazine Blurb, de kennismaking met collega-pennevoerders
(Andreus, Campert, Lucebert, Kousbroek/Portnoy, Claus, Schierbeek, Trocchi,
Logue e.t.q.), de verschijning van mijn debuutbundel gedichten Wondkoorts
1950, de ontstaansgeschiedenis van de bloemlezing Atonaal 1951 en
laat ik deze opsomming hierbij stoppen. Vermeldingswaardig zijn hier nog de
verschijning van Zolang te water, de reizen met Unesco naar Montevideo
en New Delhi en de ruime aandacht voor mijn liefdesleven: Ferdi, Noni, Josepha,
Rory, Elsetine en Suzanne. Een en ander in de bruisende omgeving van de kosmopolitische
lichtstad Parijs. Wordt vervolgd, hoe dan ook.
De gigantische research-taak die Derrick zeven jaar geleden op zijn schouders
heeft genomen, heeft hij mijns inziens uitmuntend weten te verwoorden. Mijn
dankbaarheid kent geen grenzen.
La vie continue, mijn KERSVERS-lezers zullen ongetwijfeld van het verdere
verloop door mij op de hoogte gehouden worden.
Laurens Vancrevel noemt mij in zijn nawoord bij de bundeling HARTSLAG de gelukzaligste
der surrealisten. Ik kan en mag zoiets niet ontkennen. Met Edith aan mijn
zijde die deze tekst uit mijn mond mocht optekenen.
Ondertussen al dochter Anna en Zoon Alex met mijn kleindochter Sammy Jean op bezoek gehad; haar tekeningen komen als eerste op het prikbord. Op het aan mijn kamer grenzende dakterras trof ik een oude bekende: Anthon Beeke.
De ambience hier is voortreffelijk; voor zover mogelijk geniet ik hier met volle teugen. Op naar de zelfredzaamheid. Simon Vinkenoog, levenslustig.