Dinsdag 28 februari 2006

The Day of Zest

Voortdurend werd me gevraagd, in hoeverre deze avond, gewijd aan de dichtkunst met optredens van 26 dichters in Carré, verschilde van de eerste keer, 40 jaar geleden, waarvan deze als reprise werd aangekondigd.
Ik moet nog even bijkomen van de diverse nazitten; eerst met de collegae-dichters in een der foyers van het tiptop gerestaureerde (circus)theater, daarna tot 3 a.m. te onzent met Willy Tibergien van het Poëziecentrum in Gent met drie gratiën en Derrick Bergman, die bleef slapen.
Aan de koffie; terugkijkend naar gisterenavond en de driedaagse in Bazel, waar hij jl. januari ook was. Zie zijn verslag van het LSD-symposium op de link Go with the blow, een der onderwerpen die mijn interesse hebben en waarover ik informatie verwerf, verwerk en verstrek. Fulltime in functie.
Waaruit die bestaat is te tsjekken aan de hand van wat ik deed. Dat het de poëzie was, waarmee ik mij het nauwst verbonden zou voelen, werd me al duidelijk op zeer jonge leeftijd. Lettervreter, verslinder van rijp en groen (bijverdienend in een leesbibliotheek in de Pijp: Daniël Stalpertstraat), in tweedehandsboekwinkels en op markten: het ontdekken van het 'groots en meeslepend wil ik leven', die drift zat me al vroeg in het bloed. Ademloos luisterend naar de standwerkers, met wie ik me, na 50 jaar op de letterenmarkt steeds meer verwant zou gaan voelen. Nee, je schreeuwt het niet meer van de daken, maar je zou inderdaad - zoals Louis Paul Boon dat noemde - mensen een geweten willen schoppen.
Kortom, kort en goed. Heel anders. Overeenkomst: zelfde plek, zelfde aantal dichters. Anders; de bezieling van 1966, waar dan ook door aangewakkerd, ontbrak. Mij werd alle eer betoond (dank je, jullie) door mij het eerste en laatste woord te gunnen; ik rolde via filmopnames uit 1966 met het gedicht Nederland! de Kit-Kat Club uit de musical Cabaret binnen, en mocht de avond besluiten met het Volmondig Ja-gedicht uit Het Hoogste Woord (Groningen 1996, uitv.), met muzikale begeleiding van zeven Spinvissers:


V.l.n.r.: pianist Lucas Oldeman, trompettist Hans Dagelet, Erik (Spinvis) de Jong op gitaar, Simon Vinkenoog (stem), basgitarist Cor van Ingen, drummer (bijna onzichtbaar) Jeroen Kleijn, Jan van Eerd op vibrafoon en Arjan Witte, orgel en collage. Foto Maurice Boyer, NRC Handelsblad 28 februari 2006

tijdens de aanstaande boekenweek verschijnt (bij uitg.Passage) de CD 'JA!'aan de hand van opnamen met Spinvis gemaakt tijdens eerdere optredens; onder meer enkele gedichten van Paul van Ostaijen, geen onbekende in deze Kersvers-pagina's.
Tussen de rappende burgemeester en minister van justitie door, de conspirationalisten die namens 'nine-eleven' in de conversatie weer enige aandacht kregen, weer op allerlei dagelijkse voetjes beland.
Bezieling. Inspirtatie. Eenvoudig woord. Moeilijk kunstmatig aan te brengen; moet groeien, kan inslaan.
Debriefing. Elders.
Wij gaan een mooie dag tegemoet. Doe mee.
Genoeg gezegd. Aan het werk. I LOVE YOU ALL.
"Work is Love made visible." Kahlil Gibran.

Uw Simon Vinkenoog, animator, communicator.

PS: Lees mijn column Tegencultuur in het maartnummer van Essensie (023-5431143).
PPS: Zie mijn artikel 'Dankbaar is een levenswijze' over het LSD-symposium in Bazel, januari jl., in het maartnummer van Must magazine (023-5316465).
PPPS: surf naar www.dichttalent.nl voor mijn tweewekelijkse column over de Dichtkunst.
PPPPS: surf naar simon surft op deze webstek & enjoy.


Jules Deelder en Hans Verhagen, Meer Poëzie in Carré 2006 met geprojecteerde beelden uit Poëzie in Carré 1966. (Schitterende foto's van Maurice Boyer in NRC Handelsblad, 28 februari 2006)


 

 

Maandag 27 februari 2006

The Day of the Reality Masters

Welkom, Week Negen! Een frisse douche en een scheerbeurt. Morgen weten we meer, zei de waarheid als een koe. In de Paul van Ostaijen-documentatie van Gerrit Borgers gedoken; nu wil ik wel eens weten (de twee delen hebben, ooit eenmaal vluchtig doorgebladerd, decennia op de plank gestaan) onder welke omstandigheden die gedichten, die ik graag lees, herlees en voorlees, tot stand zijn gekomen, in die roerige dagen rond het einde van de eerste Wereldoorlog en kort daarna, op de vlucht naar Berlijn, waar hij temidden van kubisten, dadaïstenn en expressionisten zijn eigen lees-en schrijfweg vervolgde, terwijl zijn knappe vriendin Emmeke de kost verdiende als model voor een warenhuis.
Zo nu en dan wordt een tipje van de sluier opgelicht; tijdens een weekje vacantie in Beieren gaan ze bij de schilder Heinrich Campendonk langs. (Paul van Ostaijen -een documentatie1, pagina 230, Uitgeverij Bert Bakker nv Den Haag 1971 - mijn ex. met een opdracht van de samensteller, mede-oprichter en eerste directeur van het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag, waaraan ik in 1956, na acht jaar Parijs, heel wat papieren schonk: "Met beste wensen, Simon, voor alle komende jaren. je Gerrit.")
"Campendonk herinnerde zich (mondelinge mededeling uit 1954) dat Van Ostaijen, die in gezelschap was van de schilder Jean Boé Niestlé, eveneens een lid der 'Blaue Reiter '-groep, hem zijn gedicht Gnomedans voorlas. Nu was de wijze waarop Van Ostaijen zijn werk voordroeg in deze tijd reeds zeer opvallend. Volgens Emmeke, aan wie hij in zijn Berlijnse tijd haast alles wat hij schreef liet horen, las hij zijn gedichten niet, maar zong ze eigenlijk, waarbij hij sterk geëmotioneerd raakte en soms huilde. De beschrijving van Campendonk stemt hier volkomen mee overeen. Hoewel deze de tekst niet geheel kon volgen, werd hij sterk getroffen door de klank."

Klinkende stemmen; dáár gaat het om. Stemhebbenden, mondigen. La pensée se fait dans la bouche.(Tristan Tzara). Klare taal, struikelblokkentaal, labyrintische taal, kindertaal, waanzintaal, lieveheersbeestjestaal, poldertaal, landschapstaal, stadsnatuurtaal, de taal van de dichterlijke vrijheid..
Eén keer heb ik een dichter zien huilen tijdens zijn voordracht, de Zuid-afrikaan Vernie February, in De Kosmos. Ik kende hem niet, maar liep op hem af en omhelsde hem: wij werden en bleven goede vrienden, als zo vaak op een afstand.
Vanavond de dichtkunst, de zuiverste woorden van de stam, de bezielde taal, weer heel dichtbij. Vol verwachting de dag tegemoet; een hartelijke groet! Simon Vinkenoog.


 

Zondag 26 februari 2006

The Day of Arousal

Interessant en opwekkend begin van de dag; ik was uitgenodigd om samen met K. Schippers (Gerard Stigter), een der deelnemende dichters aan Poëzie in Carré 1966, daarover te komen spreken met Jos Palm en Paul van der Gaag in het VPRO-Radio 1-programma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd). En daar kwam in twintig minuten heel wat behartenswaardig uit te voorschijn.
Ons gesprek werd opgeluisterd door het beluisteren van enkele destijds voorgedragen teksten (van de dvd, die bij het programmaboek van de avond morgen behoort; 174 pagina's, Van Gennep, € 9.95): Schippers zelf, Remco Campert, Johnny (the Selfkicker) van Doorn, wiens verschijning destijds de meeste ophef veroorzaakte.
Dada en surrealisme, absurdisme en klankgedichten, poësie pure, het vers libre, lettristen en situationisten waren voor het grote - doorsnee? - publiek nog onbekende begrippen.
Wat wist men van Dylaby, Bewogen Beweging, Fluxus, Pop-Art ?
Schippers, destijds redacteur - met zwager Bernlef - redacteur van Barbarber, dat de meest alledaagse teksten tot literatuur verhief, vroeg zich dat af, en wees ook op de geëngageerde dichtkunst van die dagen, een roerig tijdperk, met het controversiële huwelijk tussen Beatrix & Claus voor de deur.
Na een interessant en historisch informatief gesprek over de Spellingsoorlogen, waarin de taalkundige Van Molenwijk de terreur van de elkaar telkens opvolgende diverse Taalcommissies aan de kaak stelde, las Peter Brusse zijn tweewekelijkse column voor.
Hij overhandigde me - ik was zowel zeer geroerd als verheugd - de tekst daarvan, die ik u als versnapering bij de high tea offreer. Als de OVT-uitzending eeuwigheidswaarde heeft (bandje alsnog te beluisteren) voeg ik die graag toe aan de link See me! Hear me!
Eerst even naar Buitenhof.
Wij zagen Bos vs. Van Aartsen, plus nog even Wim Brands met schrijvers. Very good. Nu de beloofde voorleestekst van Peter Brusse:

"De ombudsman van de Volkskrant schreef gisteren over ingezonden brieven die niet kloppen; de afzender die niet blijkt te bestaan, de naam die is vervalst.
Tot op heden, aldus de ombudsman, had de krant nooit reden gehad om aan de onjuistheid van naam en afzender te twijfelen. Hoe naïef.
Ruim veertig jaar geleden begon ik als journalist bij de Haagse Post. De brievenrubriek was de meest gelezen pagina van de krant; met recht. Die pagina blonk uit in poëtische schoonheid. Hoe trots was ik op de brief van een lezer die mijn reportage over het bezoek van Marlène Dietrich aan Nederland de hemel in prees. Ik was, volgens de brievenschrijver, zowaar onder de huid van de Blauwe Engel gekropen. Geweldig, wat een compliment. De naam van de brievenschrijver ben ik vergeten; die zal ook heel dichterlijk zijn geweest. Want die naam was bedacht door Simon Vinkenoog, mijn aardigste collega bij de Haagse Post die iedere week de mooiste ingezonden brieven schreef.
Wij redacteuren moesten allemaal wel eens een brief maken, de brievenrubriek moest worden gevuld, maar Simon was niet te evenaren. Zijn ingezonden brieven zijn zover ik weet nooit gebundeld. Jammer, heel jammer.
En toen ik als correspondent naar Londen ging, schudde de hoofdredacteur Mr. G.B.J.Hiltermann, meewarig het hoofd. Engeland had niets meer te betekenen, zei hij. Maar Simon was enthousiast en vertelde dat daar een boel gebeurde. Hij sprak over dichters van wie ik nog nooit had gehoord en binnen een jaar kwam Simon zelf naar Londen om voor te lezen uit eigen werk. In The Royal Albert Hall.
Het werd een historische gebeurtenis, chaotisch en geestverwarrend, betoverend als een psychedelische zeepbel.
Simon, aangekondigd als 'the grand old young man of Dutch letters ' riep, zwaaiend met zijn lange armen alsof hij wilde gaan vliegen: "Love, love, love".

"Love, love, love" Royal Albert Hall, 1965
Filmbeelden Wim van der Linden

Volgens eigen zeggen riep hij het negentien keer, zomaar in het wilde weg of andere dichters verstorend. (Niet waar! Simon V.). Simon zag een krant met als kop: 'Vietnam: US-troops on war alert', stormde naar voren , en dichtte spontaan: 'London: World poets on peace alert', prachtig, gejoel, vrede.
Het was een warme zomerse avond, juni 1965. Londen was net twee maanden tevoren door het Amerikaanse weekblad TIME uitgeroepen tot de meest opwindende stad ter wereld. En de International Poetry Conference was er het bewijs van. Die avond kwam de Flower Power aan de macht. Kom met bloemen, stond op het affiche. En wie zelf geen bloemen bij zich had, kreeg er, bij de ingang, een aangereikt.
De meeste dichters - alleen mannen, maar dat had je toen nog niet door - waren, als Simon, gekleed in een donker pak, wit overhemd en zwarte das. Maar de grote guru, Allen Ginsberg, met zijn aarstsvaderlijke baard, net terug uit india, spelend met cymbalen, danste dik en blij in bretels. Hij declameerde niet het aangekondigde 'Howl', maar riep, in een nieuwe gedicht dat hij net had geschjreven, iédereen op 'to make love tonight in London'.
Er werd 'fuck' geroepen en The Guardian die zijn parlementaire redacteur had gestuurd, vroeg zich af of koningin Victoria, die een eeuw tevoren deze tempel der muzen had geopend, ooit van het woord had gehoord.
Het publiek raakte in extase, een meisje ging dansen, high on pot of LSD, bijzonder als je je realiseert dat de Beatles 'Lucy in the Sky with Diamonds' pas twee jaar later schreven. En ook toen pas ontdekten 'how many holes it takes to fill the Albert Hall.'
Iemand riep: wanneer komen de blote vrouwen, maar de enige die zich uitkleedde was, als verwacht, Allen Ginsberg, zij het pas op het feestje na afloop.
Tja, denk ik, was het eigenlijk wel zo? Fantaseer ik? Was dit het voorspel van Poëzie in Carré? Op een ingezonden brief mag ik niet hopen. Want Simon zit hier naast ons."

Aldus Peter Brusse, deze ochtend, live tegenover me aan de de halve cirkeltafel met zes microfoons, in een studio van Mediacentrum Desmet, voor het VPRO-radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd. Airplay.
Ik schrijf al tientallen jaren geen ingezonden brieven meer, al bekruipt me nog altijd bij elke krantenlezing dat gevoel, meestal schouderophalend af te doen. Geen parels meer voor de zwijnen!
Prettige dag, verder. Uw animator Simon Vinkenoog.

(Anima + Animus = Animo!)


Zaterdag 25 februari 2006

The Day of the Higher Cause

In zijn strijd tegen wat hij noemde 'de achtertuin-poëzie' stelde in 1972 dichter-essayist, prozaïst, vertaler en bloemlezer H. C. ten Berge (1938) ons in een uitvoerig gesprek met Remco Heite de orale Eskimo-poëzie ten voorbeeld.
("Er dient een eind te komen aan de benauwde ik-lyriek van zweterige zielen die nog altijd menen dat zij, door hun achtertuin te wieden, een bijdrage aan land- en tuinbouw leveren." Raster V/3).
Ik lees door zijn Levenstekens & Doodssinjalen heen, in 1980 in de Leven & Letteren-reeks van De Bezige Bij verschenen. In dit gesprek, en op andere plaatsen in zijn oeuvre, wijst hij er op dat er voor dichters iets anders te doen is dan het voortdurend doorneuzelen over wat we al honderd jaar bezig zijn te doen en ons eigenlijk geen stap verder helpt bij het opnieuw definiëren van wat ons boeit in poëzie en taal.
"Het is beter, belangrijker je bezig te houden met wat bijvoorbeeld een eskimo heeft gedaan met zijn teksten, met zijn vormgeving. Daar leer je zo ongelooflijk veel meer van dan van de literaire tijdschriften van dit moment.
Het zijn geen gemakkelijke dingen zozeer, die eskimoliederen, maar ze zijn erg eenvoudig en zuiver als je ze eenmaal ziet. Uiterst sensibel, uiterst gevoelig, maar niet sentimenteel. Er zit een naïveteit, een kinderlijkheid in die teksten die je niet slap kunt noemen. Dat is het vreemde. En ik weet niet of 'hard' dan het juist gekozen woord is. Het is poëzie die met realiteiten te maken heeft, die steunt op hun materiële cultuur maar die zich tegelijkertijd aan de realiteit onttrokken heeft door die op een animisties of zelfs metafysies niveau te interpreteren. Door iets wat in de werkelijkheid gebeurt ogenblikkelijk in verbeelding om te smeden. Zonder die werkelijkheid te verbloemen.
Zo'n lied begint bijvoorbeeld met: Ik heb mijn lied perfect in orde, het ligt op de drempel van mijn tong, maar ik faalde in de jacht. Het verbindt dus ogenblikkelijk een fysieke ervaring met de ook al fysieke ervaring van het spreken. Nou is het natuurlijk wel zo, het is op orale tradities gebaseerd die wij in West-Europa vrijwel niet meer kennen. De moderne Amerikaanse poëzie heeft het al weer veel sterker, dat orale element, met als gevolg een niet altijd even sterke schriftuurlijke vorm of zelfs maar een grondige exploratie van betekenissen in die taal. Maar misschien is op dit ogenblik de vernieting van de vorm zèlf het doel geworden."
Boeiend is het Ten Berge te volgen, hier (over de 'trommel-twisten', conflicten die eens per jaar in liederen worden uitgevochten; iets voor het Landjuweel in Ruigoord?) en elders in dit boek: bij een inzichtelijk stuk over Ezra Pound bij diens dood een sublieme vertaling van diens Canto XVII, die ik hoop bij de bloemlezing-link op te kunnen nemen.

Ik blijf even in de zon, bij Edith en de poëzie - de drie zaterdagskranten zijn binnengevallen; steunend door te nemen); in de Volkskrant een zeer behartenswaardig betoog van Abram de Swaan (1942; universiteitshoogleraar sociale wetenschappen aan de universiteit van Amsterdam), getiteld: "Nederland schommelt van balorig naar kwaadsappig."
Toepasselijke en ontegenzeggelijke aanvang: "Steeds meer Nederlanders lijden aan een slecht humeur." Bij gebrek aan houvast lijdt Nederland aan een nationaal slecht humeur, concludeert hij. De teneur van De Swaan's verhaal is dat het moeilijk is voor mensen om voor zichzelf te moeten denken, nu gevestigde ideologieën gefaald hebben en zowel politici als kerkleiders hun gezag verloren hebben. Mensen moeten vragen beantwoorden waarop zij - noch het establishment - het antwoord weten. Zeer geresumeerd, maar kortom.
En Abram de Swaan's laatste paragrafen luiden:
"Al die onzekerheid maakt veel mensen balorig. Ze willen stelligheid. En als ze die niet krijgen kunnen, raken ze van de politiek in een slecht humeur. In het uiterste geval zoeken ze het alsnog in de negatie: de politiek is waardeloos, de politici zijn bedriegers, de ambtenarij is corrupt, Europa is een schijnvertoning en de euro valsemunterij.
Het cynisme is de slimheid van degene die niets weet, die weet dat hij niets weet, die allang niet meer iets weten wil, maar die zich desondanks nooit en te nimmer wil laten bedriegen.
Wat is er te doen aan dit slechte volkshumeur? Dat is weer net zo'n vraag. Veel te moeilijk om zonder levensbeschouwing of gezagspatroon te beantwoorden. Probeer het dan maar met wat gevoel, gezond verstand, een opgeruimd humeur en met behulp van de zinnige mensen om je heen. Die zekerheid, die komt nooit meer terug. Leer dus maar leven met de twijfel, die zachte, zeurende pijn van de vrijheid." Aldus Abram de Swaan, petje af.
Nog te lezen Cees Zoon bij de cocaboeren in Bolivia, Martijn van Calmthout in gesprek met Salomon Kroonenberg, die ik met plezier op televisie zag spreken. Deze week verschijnt zijn boek: De Menselijke Maat (Atlas, isbn 90 450 1464 5).
En de ZON is er nog steeds! Een aangenaam weekeinde wenst jullie Simon Vinkenoog, mede namens Edith Ringnalda.



Vrijdag 24 februari 2006

The Day of Sacrifice

"Het beoefenen van literatuur is noodzakelijk voor de mens. Het heeft te maken met het gebruik van woorden, de waarde die je aan woorden toekent. Alle woorden die rondzingen - goede morgen; geef me de thee eens aan; loop naar de hel; ik hou van je -, we gebruiken ze constant. Het is aan ons om die alledaagse woorden te vergulden en ze hun diepere betekenis terug te geven. Iedere zin uit Shakespeare voert je mee naar een existentiële situatie, waaraan hij dankzij het woord ultieme betekenis toekent.(...) Taal wordt zo iets fantastisch, iets onvergetelijks, onderdeel van je leven, je denken en je ziel. Dat is de missie van literatuur, om woorden tot leven te wekken en hun volle schittering te geven. Taal en verbeelding geven de schrijver kracht, onafhankelijk van zijn politieke stellingname. Het feit dat Borgès Pinochet aanhing of dat Neruda lange tijd stalinist was, doet niets af aan de kwaliteit van hun werk. Laten we eerst kwalitatief hoogstaand werk produceren, op basis van taal en verbeelding. Daarna kunnen we - zo we dat wensen - deelnemen aan het politieke debat. Dat is wat ik doe".
Aan het woord (in gesprek met Fred de Vries) in de Volkskrant vandaag is de 77-jarige Mexicaanse auteur van een aantal spraakmakende romans, Carlos Fuentes. 13 mei aanstaande zal hij in Middelburg de Franklin Delano Roosevelt Prijs voor Vrijheid van Meningsuiting ontvangen; zijn laatste boek uit 2004 is veelzeggend getiteld Contra Bush.
Het is interessant te noteren, dat Mexico en andere staten in Zuid-Amerika vaak hun auteurs, schrijvers en dichters, als cultureel attaché of zelfs ambssadeur benoemen; zo was Fuentes in 1965 ambassadeur in Rome en in 1975 in Parijs.
Ook Jaime Torres-Bodèt, in de jaren vijftig directeur-generaal van de Unesco, was dichter en in Nederland raakte de Mexicaanse ambasseur Homeris Aridji, dichter, bevriend met Bert Schierbeek en nodigde hem uit zijn land te bezoeken, wat deze deed in een tijd dat Nederlandse auteurs zich niet vaak buiten de landsgrenzen waagden.

Carré is natuurlijk geen 'ordinair circustheater', zoals Ad Fransen dat noemt in HP/De Tijd in zijn 'reconstructie van een geëngageerde happening die voor een revolutie in de poëzie zorgde' - al komen er van de geïnterviewden, die ook in 1966 deelnamen, interessante uitspraken.
Hans Verhagen: "Show was taboe, zeker in die tijd niet deftig onder dichters. Ik besefte dat ik in een theater stond dat doorgaans door Toon Hermans of de Snip & Snap-revue werd bespeeld. Dat deed me wel wat. Vanwege de weerklank uit de zaal kreeg je vanzelf een beetje dat popstergevoel."
En over de afwezigheid van Lucebert, de Keizer der Vijftigers ('zoals hij zichzelf dertien jaar eerder gedoopt had' - onjuist) veronderstelt Gerrit Kouwenaar nu: "Het was een soort hoogmoed: hij wilde graag in zijn eentje excelleren."
De Nieuwe Stijl-dichters van die tijd (Vaandrager, Sleutelaar, Armando, Verhagen) vonden een avondje poëzievoordragen maar verwerpelijke 'romantiek' en Armando had laten weten: 'Ik wil geamuseerd worden en niet amuseren.'
Hans Verhagen, die zich van deze anti-houding of oekase niets aantrok, voegt daar nu aan toe: "Een gotspe, vooral als je bedenkt dat Armando later met Herenleed en dat vioolorkestje van hem niet van het toneel was te slaan!"
'Zal het maandag anders zijn dan veertig jaar geleden?' vraagt Rob Gollin van Cicero in de V olkskrant van deze ochtend zich af. En hij geeft mijn antwoord: "Net als toen is het wachten nog altijd op het verlossende woord, en dat zal zeker niet van de wetenschap, politiek of gevestigde religies komen."
Iets anders merkt Hans Verhagen op: 'Vorige keer lagen er tijdens het diner drie stickies naast ons bord. Nu mag je niet eens meer roken in Carré."
En dat nog wel op een relâche-maandagavond in het decor van de musical Cabaret die zich in het Berlijn van de jaren dertig afspeelt!
Wij steken er nog een op, op de goede afloop!
Een zonnige dag toegewenst: Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 23 februari 2006

The Day of the Viable Candidate

Gawie Keyser haalt in zijn filmrubriek in De Groene Amsterdammer een uitspraak aan van de Amerikaan Edward R. Murrow, bekend radio-reporter tijdens WW 2 en in de jaren 50 presentator van het CBS-nieuwsprogramma See It Now.
In een speech, in oktober 1958 gehouden tijdens een bijeenkomst in Chicago van de Radio-Television News Directors Association and Foundation, zei Murrow : "Het instrument televisie kan een bron van onderwijs zijn, het kan zelfs inspirerend zijn. Maar dat kan alleen wanneer mensen televisie ook echt hiervoor willen gebruiken. Anders is zij niets meer dan kabels en lampen in een doos. Er wacht een hevige strijd tegen onwetendheid, onverdraagzaamheid en onverschilligheid. Televisie kan dienen als wapen tegen deze dingen."
In de besproken film Good Night, and Good Luck van cineast George Clooney wordt de legendarische strijd van Murrow en zijn redactie verbeeld, die zij voerden tegen Senator Joe McCarthy, berucht vulgaire communistenvreter, die met ondeugdelijke papieren zwaaide en werd weggeredeneerd en publiek onschadelijk gemaakt door een zeer trefzekere Murrow.
Het House Committee For Un-American Activities heeft in die tijd een ware heksenjacht tegen alles wat links, rood of commie(sympathisant) was, ontketend en honderden namen op een zwarte lijst laten zetten (black-listed) van personen die niet meer in de filmindustrie werkzaam mochten zijn. Hoogtijdagen voor Ronald Reagan, informer. Technici, scenarioschrijvers, acteurs, werkers, arbeiders. Charles Chaplin en Thomas Mann, beiden langdurig in Amerika woonachtig, vluchtten wegens die omstandigheden naar Europa terug.
Het is onvoorstelbaar welke schade deze volkomen overbodige heksenjachten aanrichtten en dat nog altijd doen; blijkbaar heeft de huidige samenleving zo nu en dan zondebokken nodig, die de aandacht afwenden van waarlijk belangrijke economische en sociale problemen, waarvoor de machthebbenden geen oplossingen hebben. Waar Ook Ter Wereld! Het vijand-denken, het inspelen op ressentimenten, het ophitsen van bevolkinsgroepen tegen elkaar; waarom geen wetenschap om het vijand-denken af te schaffen?
De lijst van lynchings, pogroms, erewraak, genocides, de broedertwisten, het allen tegen 1 (nooit zó sterk onder woorden gebracht als in Elias Canetti's Macht en Massa) is helaas voor uitbreiding vatbaar: de oorspronkelijke bewoners van wat Noord-, Midden- en Zuid-Amerika genoemd zou worden, de Joden, de Slavenhandel en de Blacks, de homosexuelen, de zigeuners, de Armeniërs, onder de voet gelopen gemeenschappen, de vele deviants, de anders-levenden, -denkenden, de drug-gebruikers - zowel de psychedelische joint-ventures als de narcotische borderliners die vergetelheid zoeken - op 1 hoop gesmeten, wat nu ('dus') met Islamieten gebeurt, nu de Angst blijft regeren, en zoveel mensen niet weten dat ze slachtoffer van dat vijandige doem-denken zijn.
Ja, Simon weet er alles van. Dat wij van de geschiedenis mogen leren! Tegels lichten, de Andere Tijden van Nu. Nooit hoeven te zeggen: Wir haben es nicht gewusst. Wij weten het wél maar het doet pijn, die wij niet kunnen verdringen of ontkennen. Ieders geweten klopt. Wat doe je zonder geweten? Zielloos?
Ik haal nog even Gawie Keyser aan over de zwart-witfilm die voor Oscar-onderscheidingen is genomineerd: "Good Night is politiek belangrijk, maar de film is vooral een lofzang op de mogelijkheid van populaire cultuur, in dit geval televisie, om inspirerende boodschappen te creëren en complexe verhalen te vertellen, om licht te brengen in de kijkdoos - om aan te sluiten bij Murrow en zijn box-and-wires-speech.
Televisie, zegt hij, is geen marktplaats waar de commercie vrij spel heeft. Het medium kan veel meer dan dat zijn. Dat was zijn boodschap in 1958. En nog nooit was die boodschap relevanter dan nu"..
Ik sta op de markt en ik roep. Ik kom hier nog eens op eigen televisie-verleden terug, DV.
Ik ga verder lezen in Ad Fransen's verhaal in HP/De Tijd over Poëzie in Carré.
"Heb ík dat gezegd?" vraag ik Edith, die er bij was.
"Zoiets kun je wel gezegd hebben, ja. Bij wijze van spreken dan."
Een spelletje scrabble wacht. Uw Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 22 februari 2006

The Day of Universality

WAR IS OVER if you want it. Het televisieprogramma Het Uur van de Wolf bracht ons vanochtend om elf uur - in bed met koffie, de Volkskrant en de eerste joint - weer oog in oog met John & Yoko en hun Wereldvredescampagne in het jaar 1969. Give peace a chance: wij konden zien hoe het lied ontstond, nadat zij bruusk waren geconfronteerd met de cartoonist Al Capp, die hen uit hun doen trachtte te brengen.
Hoe naïef zij werden genoemd: alsof je doortrapt moet zijn om voor de vrede te vechten; misschien wel, maar zijn de Beatles niet de echte vaandeldragers van de Kinderkruistochten uit de jaren zestig?
Geschiedenis of niet; op een TIME Magazine-omslag werden ze afgebeeld, John, Paul, George en Ringo, als nieuwe Evangelisten. Heel duidelijk wisten John & Yoko duidelijk te maken, wat Erich Fromm in zijn boek Marx, Freud en de Vrijheid had uitgedrukt:

"Ik geloof dat het vandaag maar om één ding gaat: oorlog of vrede. De mens zal waarschijnlijk in staat zijn alle leven op aarde weg te vagen; in ieder geval ligt de dreigende mogelijkheid nabij dat de mens in een nieuwe oorlogscatastrofe de beschaving en kultuur van onze wereld grotendeels zal vernietigen. Dat gevaar als werkelijk te onderkennen, en de dubbelhartige praatjes te doorzien die van alle kanten op ons worden losgelaten om te beletten dat wij merken naar welke afgrond we toehollen - dat is het eerste morele en intellectuele gebod dat de mens in het huidige uur dient te eerbiedigen.
Doen wij dat niet, dan zijn wij allen verdoemd."

And if there's Hell below: we're all gonna go! Curtis Mayfield.

Het Vredespaar had gehoopt, rekende er zelfs op, dat tijdens hun leven de Wereldvrede binnen het bereik van de mensheid zou liggen; ik had, een generatie ouder dan de Beatles, al begrepen dat een goed idee (Wereldvrede! Nie wieder Krieg!) minstens drie generaties nodig had om door te dringen, maar aan de andere kant is de roep om vrede zelf al zo oud als de mensheid - harmonie, eenheid in verscheidenheid, menslievendheid, broederschap, rechtvaardigheid, vrijheid - het zijn alle begrippen die voorkomen in de Perennial Philosophy - de eeuwige wijsheid, waarvan de naamdragers Oost en West te allen tijde op aarde getuigenis hebben afgelegd.


 

Zo geeft Oliver Reiser, schrijver van het onvolprezen boek Cosmic Humanism (Schenkman, Cambridge, Mass., 1966) op pagina 464 als Diagram LIII de East-West Radiation Belts of Thought (by William Caldwell) weer; op de tegenoverliggende pagina toont diagram LIV The Double Helix of Ancient Oriental Thought and Modern Western Science and Technology the PSI-Layer in Higher Dimensionality, met de notitie:" The Watson-Crick DNA molecule adapted to the embryogenesis of the World Sensorium via the Radiation Belts of Thought. In the double-spiral all three arms rotate as indicated."

Sator Arepo Tenet Opera Rotas. Over nieuwe paradigma's gesproken! Archetypes as Guiding Fields. Klik de godin Abundanzia aan en roll along!

Ik luisterde weer naar Bob Dylan, een actuele aansporing uit 1963, voor geduldige mensen in 2006: met de urgency van toen (the hour is getting late) het aloude protest. Verdom de oorlog! Beziel de vrede!

Oh what'll you do now, my blue-eyed son
Oh what'll you do now, my darling young one
I'm a goin'back out 'fore the rain starts a fallin'
Where the people are many and their hands all empty
Where the pellets of poison are flooding their waters
Where the home in the valley meets the damp dirty prison
Where the executioner's face is always well hidden
Where hunger is ugly, where souls are forgotten
Where black is the colour, where none is the number
And I'll tell it and think it and speak it and breathe it
And reflect it from the mountain so all souls can see it
Then I'll stand on the ocean until I start sinkin'
But I'll know my song well before I start singin'
And it's a hard, and it's a hard, it's a hard, and it's a hard
It's a hard rain's gonna fall

Voor een Wereldburger bestaat geen ver-van-mijn-bed-show.
Only time will tell if we are right or wrong.
Simon Vinkenoog.


Dinsdag 21 februari 2006

The Day of Intimacy

Ik heb er zelf zeventien minuten naar kunnen luisteren, maar het duurt een uur ongeveer, het Prettig Geprek met Theo van Gogh, dat ik in 1994 voerde, in het Hilton Hotel, in hetzelfde bed liggend als waarin 25 jaar eerder John Lennon en Yoko Ono hun Bed Piece voor de Wereldvrede hadden uitgevoerd.
Het is door mijn trouwe techneut, Robbie Vlasman, op mijn verzoek, op mijn webstek geplaatst. Zie de link See me! Hear me!

Aldaar is ook het praatje te zien en te horen, dat ik januari jl tijdens het LSD-Symposium in Bazel, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de uitvinder ervan, springlevend, Albert Hofmann heb gehouden. Is er een betere manier om mij te leren kennen?
Ken mij! Eet mij! Verorber mij! Ooit heb ik deze bedoeling in een gedicht tot uiting gebracht, en voilà: hier ben ik, transparant, in overgave, zoals het ooit bedoeld is. Natuurlijk.
Tevens te beluisteren de dichters A. Roland Holst, Cees Nooteboom, Ed Hoornik, Louis Lehmann, Jules A. Deelder, Cees Buddingh', Johnny the Selfkicker, Remco Campert, Guist Gils en ikzelf - van de grammofoonplaat die gemaakt werd van de eerste Poëzie in Carré-manifestatie van februari 1966.
Ook andere links (linken?) zijn aan uitbreiding toe; gelieve zo nu en dan - mits tijd, gelegenheid en noodzakelijke RUST - daar in te duiken. Het staat uiteraard iedereen vrij
op eigen wijze van deze webstek gebruik te maken en te onderzoeken: wij schrijven geschiedenis. En het is nog leuk ook!
Uiteraard ben ik verguld met de bespreking van de CD Bo's Art Trio: Cobra, waarop ik ook enkele Lucebert-gedichten lees, in het toonaangevende USA Jazztimes van februari 2006:
"Here they play several short, jazz-based, mostly free improvisations, aided and abetted by poet/performer Simon Vinkenoog. Occasionally Vinkenoog slips in a bit of English, but mostly he recites in a language, presumably Dutch, that I don't understand (signed Chris Kelsey). But he definitely has a feel for rhythm, which serves him well when he jams with the insanely spontaneous trio."

Theoloog en dichter Willem Barnard, geboren op 15 augustus 1920, bekend onder de schrijversnaam Guillaume van der Graft, door Peter Henk Steenhuis in dagblad Trouw van 15 februari jl geïnterviewd:
"Vloeken is een ontploffing - hoor je dat in ontploffing dezelfde klinkers zitten als in onze meest rauwe vloek? Ik neem het mijzelf kwalijk als ik ontplof maar het gebeurt, en met het ouder worden gebeurt het vaker. Nu ik dun en poreus ben, komt er kennelijk van alles uit wat tot nu toe verborgen is gebleven. Veel teleurstelling over het leven. Veel haat ook."
Trouw: Wie haat u?
"Niemand persoonlijk. Het is een onpersoonlijke haat tegen het lot, tegen de wereld. Het is een klotewereld waarin we leven, met zoveel ellende die je verdrietig, machteloos en boos doet zijn. Onlangs, op straat, riep ik plotseling: 'Schoften!' Gelukkig was er geen voorbijganger die verbijsterd omkeek. Die ontploffing was tegen de wereld gericht en volkomen onpersoonlijk bedoeld."
TrouwIn het ge
: Waarom roept u dan niet: 'Rotwereld?
"Aangezien ik op zo'n moment het gevoel heb dat het lot of de wereld het op mij gemunt heeft, moet ik het lot zelf ook aanspreken, alsof het een persoon is, personen zijn.
Met 'Schoften' krijgt het lot het gezicht van een collectieve vijand. Daar sta je tegenover als een enkeling tegenover een executiepeloton. Voordat ze op je aanleggen om je overhoop te schieten, weet je nog net uit te brengen: 'Schoften.' Dat is een haatexplosie.
Vervolgens vraag ik me af: had ik dan zoveel haat in mij, hield ik die altijd in bedwang en komt die nu eindelijk naar buiten? Laat ik een beetje oppassen mij niet aan de haat over te leveren."

Ook ik spuw regelmatig mijn gal tegen de misère en het daarop aansluitende miserabilisme in de buitenwereld, maar ik vertoef toch liever, met beide benen op de grond en het hoofd in de wolken, in het Paradijs van mijn overtuigingen: hier op Aarde kunnen mensen kiezen tussen Hel en Hemel, maar je dient wel te weten wat je doet - en je hoeft daarbij niet de tekortkomingen van huidige toestanden in de wereld te verdoezelen of de schuld te geven. Wat er als individu aan te doen: het hangt van ieders plaats en plek in de samenleving af, wat er aan te doen en hoe het leed te verminderen of ongedaan te maken.
In het inderdaad Prettig Gesprek met Van Gogh - hij is het volkomen met mij oneens; noemt mij manisch optimist en gelooft mij niet als ik vertel hoe ik in 1963 overrompeld werd door het licht - kwam ik er niet toe (ik had de indruk dat hij mij voortdurend interrumpeerde; volgens Edith helemaal niet) om de naam te noemen van het boek uit 1942, dat zo'n grote indruk op me had gemaakt: Thomas Kuhn's The Structure of Scientific Revolutions, waarin de auteur de nieuwe paradigma's (paradigmata? groene, witte boekje?) beschrijft, die de huidige veronderstellingen achterhalen. Profetisch, 1942. Zo ken ik er meer, gelukkig maar - ik hoop ze allen nog eens aan bod te laten komen.

Weer enkele opewekte uren doorgebracht met Martin Harlaar. Ging het tot dusverre om het scheiden van de bokken en de geiten, het Welles en het Nietes, nu hebben wij uit de Welles-verzameling afbakeningen aangebrcaht; archiefmappen gevuld met foto's uit de jaren 1928 t/m 1948 - Parijs 1948-1956, en vervolgens per decennium de jaren zestig, 70, tachentig, the nineties & de huidige 'nieuwe'eeuw.
Steeds vermakelijker: roeren in de oersoep. De terugkeer naar het Hier & Nu is minstens zo opwekkend. Ik herinner me Mary Sarton's Invocation to Kali:

Help us to be the always hopeful
Gardeners of the Spirit
Who know that without darkness
Nothing comes to birth
As without light
Nothing flowers

Ik blijf me bewust van wat ik doe en zeg, wetend dat elk woord zowel voor als tegen je kan worden gebruikt. En overigens ben ik van mening, dat iemand (WIE, O WIE?) eens een Prettig Gesprek met Theodoor Holman moet hebben, om na te gaan of deze geen einde kan maken aan zijn voortdurende manische gezeur over Theo van Gogh? Of hoort het bij de losers-pose die hij altijd al heeft aangenomen?
Kom de put uit, Theodoor: het voorjaar wacht!
Wie mij tegenwoordig wil interviewen, of het een en ander vragen, stel ik voor dat per e-mail te doen. 'Dan weet ik zeker dat het mijn eigen woorden zijn, die ik lees.'
Afwachten wat Cicero er vrijdag mee gaat doen, in verband met Poëzie in Carré.
En er komt nog het een en ander van Ad Franssen in HP/De Tijd, en Trouw. Gniffelend wachtte hij af, en ging terug naar de Ordre du Jour. Gegroet vanuit het Paradijs.
Over en Uit. There are no gates... Simon Vinkenoog.

Ach, Edith - zet dat plaatje er nog even op van die zes dichters, die in 1966 ten kantore van de Bezige Bij poëzie-albumplaatjes plakten op de omslag van de te verschijnen boekuitgave van Poëzie in Carré: van links naar rechts Hans Verhagen, Ewald Vanvugt, Louis Th. Lehmann, Simon Vinkenoog, K. Schippers en (Henk) Bernlef.

 


 

Maandag 20 februari 2006

The Day of the Impression

Welkom Zevende Week!
Het liefst lees ik van Paul van Ostaijen (1896-1928) een fragment voor uit het gedicht Het Sienjaal, tussen maart en mei 1918 geschreven, ruim tien pagina's in zijn Verzamelde Gedichten, de laatste anderhalve pagina's - een opwekking aan het geweten van 'Ons, Zonnekinderen'.
Daarnaast heb ik vorig jaar de Gnomedans, in zijn geheel, drie pagina's, voor de microfoon gelezen in de studio's van het SAE-Instituut aan de Van Hasseltweg in Amsterdam-Noord, begeleid door Spinvis-musici. In de afdeling Nagelaten gedichten van de verzamelde gedichten komt het als eerste voor, gedateerd Berlijn 15-17 mei 1919.
Gedubd, bewerkt, tot collage versneden, zullen fragmenten hiervan deel uitmaken van de te verschijnen CD, waaraan op dit moment vlijtig gemonteerd wordt, iets dat volkomen buiten mij om gaat, maar ik vertrouw op de talenten van Erik de Jong, Arjan Witte en die genen die hun aandeel daaraan bijdragen.
Het liefst van de multi-gefacetteerde Van Ostaijen zijn mij de vijf gedichten Vincent van Gogh, gedateerd 27-30 oktober 1917, die mij echt aan het hart gaan. Welke belangwekkende data in dit al te korte leven; ik zou er de tweedelige Documentaire van Gerrit Borgers op moeten naslaan - het is een feit dat Van Ostaijen na de eerste Wereldoorlog vanuit Antwerpen naar Berlijn vluchtte, omdat hij bang was vanwege zijn ambivalente houding tijdens de Duitse occupatie te worden aangehouden. Aan welke gemoedstoestanden hij onderhevig moet zijn geweest. En wat hem in het Berlijn van die dagen al niet overkwam: de groeiende dada-gemeenschap moet een utopie op zichzelf geweest zijn!(Of illusie).
Gisteren, bij Wordscape in de Sugar Factory, wilde ik de Sienjaaltekst met mij onbekende muzikale begeleiders doen, binnen de daarvoor opgestelde regels. Mede waren deze avond de uitdaging aangegaan de dichters Ruben van Gogh, Geert Buelens, Sieger M.G., Joost Baars, Anneke Claus en Maarten Doorman; de ambient music kwam van Jan den Besten (stem, fluit en electronica), Naoimi Satoh (sho en saxofoon), Kees van Zelst (marimba, synthesizer en samples), Bastiaan Woltjer (trombone) en Kees Wennekendonk (piano en organisatie).

Ruben van Gogh draagt voor uit zijn nieuwe bundel Klein Oera Linda.


Voor de geprojecteerde beelden op achter en zijdoek van de roodzwarte zaal met spiegelwand en vj-balcon en met witte marmeren vloer droegen Laurine Brugman en RTFX zorg.
Een en ander voor een klein uitgelezen gezelschap, de dichters en hun vrienden en vriendinnen, deelnemers aan vorige en volgende seances, een literair incrowdje, de happy few van de poetry scene (yeah man) alsmede een verdwaalde fan uit Alkmaar.
De improvisatie-opdrachten, die de musici dienden uit te voeren, zorgden voor enige hilariteit, ook gezien de gesticulatuur van de presentator-organisator in zijn functie van dirigent.
Hij was het die de musici en de dichter apart met grote armgebaren te kennen gaf wanneer zij konden beginnen of hernemen - hetgeen volgens mij niet alleen de aandacht van het publiek afleidde, maar ook de musici en dichters weerhield van eventueel samenspel. Het samen boven de tijd uitstijgen, zoals ik dat gisteren eerder op televisie Johny Engels, de drummer, had horen uiteenzetten als het hoogst denkbare en dankbare, bleef wat mij betreft, helaas uit. Maar eenieder deed zijn/haar best, op eigen wijze; het experiment bleek opnieuw een uitdaging voor de oren, voor herhaling vatbaar, al moest ik mijn uitroep DADA WORDT NEGENTIG nog even uitleggen. ("Dat was voor mijn tijd."). Aldus geschiedde; overigens herinnerde de PS Parool-bijlage ons er zaterdag aan (pas vanochtend gelezen) onder de titel: Zürich wordt wakker.
'Het was hier dat op 5 februari 1916 de Duitse tekstschrijkver Hugo Ball en de dichteres/cabarettière Emmy Hennings een artiestencafé met open podium startten in het wijnlokaal van een Hollandse waard. Al vanaf de eerste avond trok dit Cabaret Voltaire kunstenaars die de waanzin van de eerste Wereldoorlog waren ontvlucht: de Roemeen Tristan Tzara, de Elzasser Hans Arp, de Duitser Richard Hülsenbeck. Op het kleine podium werd geëxperimenteerd met klank- en simultaangedichten en gedanst in abstracte theatercostuums, aan de muur hingen schilderijen van Marcel Janco.' Etc., bekend verhaal, van ook voor mijn tijd, maar daarom niet minder interessant.
Dada staat aan de oorsprong van alle daarna komende stromingen in de kunst, die het gevestigde normen- en waardensysteem de narrenspiegel wilden voorhouden: het surrealisme, het absurdisme, de pop-art, de happenings en performances, tot en met de raves, hiphop en rap (in Rep & Ruhr), anno Nu.
Het is de speeldrift van de situationnisten, de Opstand van de Homo Ludens (volgens Constant Nieuwenhuijs); het zijn ook de bewustzijnsverruimingen, de Games People Play, en bovenal de relativeringen (You Are Not The Target - het leven heeft het niet op je gemunt!), en het blijven aangaan van challenges, uitdagingen.
"Uitdaging, met name als begrip in de geschiedbeschouwing van A.J. Toynbee, die het kernproces van ontstaan en groei van een beschaving uitdaging (challenge) en antwoord {response. SV} noemt: de gemeenschap reageert op een prikkel en schept mechanismen of denkbeelden die een innerlijke of uiterlijke verandering betekenen."
Ich habe meine Sache auf Nichts gestellt. Als uitdaging op Alles. Alle Registers Open! Simon Vinkenoog.


 

Zondag 19 februari 2006

The Day of the Explorer

Béla Bartòk. Altijd goed, zo'n uitje buitenshuis met overnachting in een hotel niet ver van de plek waarheen de opdracht je voerde. Kunstencentrum België, aan de Burgemeester Bollenstraat, achter het Ibis Hotel, in een voormalige fabriek van radiatoren, omgebouwd tot twee zalen, waarvan er een deze avond met tafeltjes en stoelen welgevuld was, met een bar - idem dito - en een welwillend publiek. Voor gebeurtenissen aldaar consultere men www.kunstencentrumbelgie.com.
Wij waren op tijd in Hasselt om het donker voor te zijn en een soundcheck te ondergaan; een jenevermenu in het Borrelhuis (tegenover het Jenevermuseum), waar de ober ons een klein college in oude en klassieke jenevers gaf, liep enigszins uit, zodat wij niet konden meemaken hoe uit de finalisten van een poëziewedstrijd een der schrijvers zich bekroond zag met een prijs uitgereikt door de Schepen van Sport en Cultuur.
(Mede-programmeur Nico Nijs vertelde dat een mevrouw vanuit Groningen naar Hassselt was gekomen om 1 gedicht van 2 minuten voor te dragen - idem zoveel uren heen en terug!)

Simon met Nico Nijs (midden) en geluidstechnicus in Kunstencentrum België


Wij waren op tijd in België terug om bij te wonen, hoe de aanwezigen, onder wie wij, zich geconfronteerd zagen met de diverse mogelijkheden, waarvan slamdichters zich kunnen bedienen, naast en behalve de woorden, verzen, rijmen, klanken, klanknabootsingen, ritmes, de lichaamstaal en de gesticulatuur, telkenmale die alles verradende en openbarende stem, die zijn (meestal: soms haar) eigen geluid zoekt, een eigen weerklank of respons, een (nood)signaal, een levensteken, een kreet, een aanroeping temidden van al die andere geluiden van het wereldtoneel, waaraan wij constant worden blootgesteld.
De podiumdichter doet niet mee aan het Hoge Spel dat de samenleving speelt, en 'werkelijkheid' genoemd wordt; hij is beyond game-playing: hij is, hij geeft zich over aan wat zijn hoofd, hart en stem op dat moment - het uiten - weten op te brengen aan betekenis, vorm en inhoud: of dat nu weemoed, puberaal gestamel, existentiële angst, nonsens, rimram, humbug, bluf, opschepperij, aanstellerij of vloek, zoekend of vindend is.
Wie beslist? Met rode en groene kaarten mochten de toeschouwers aangeven, wie van de vijf mededingers, die zich in 4 minuten mochten voorstellen, door mochten naar een tweede ronde; Sven Ariaans - mijn mede-jurylid bij de maandelijkse poëzieslag in Festina Lente, kwam terecht in de tweede ronde terecht, zoals hij even zeer terecht tot de winnaar van de avond werd uitgeroepen.
Hij kreeg twee ingepakte boeken ten geschenke - ik heb hem niet gevraagd naar de inhoud; wij hebben wel met Sven en zijn muze Nora enkele genoegelijke uren in Kunstencentrum België doorgebracht , temidden van vrienden, nieuw en oud, terwijl Sven de aanwezige slammers, die hij daarvoor geschikt achtte, voor een optreden in Festina Lente naar Amsterdam uitnodigde.
Zelf wist ik bij mijn Gesproken Woord-optreden, de finale van het programma, twee van de musici van het aan mij voorafgaande concert van Jee Kast (www.jkast.tk) aan mijn zijde te krijgen, een hele goede bassist en even goede gitarist: een geslaagd experiment; een programmatekst werd waargemaakt: ...'een literaire jamsessie behoort dus zeker tot de mogelijkheden!' (Luisterend naar Johnny Engels, ouwe jazz-gabber!)


LIEF was het thema van dit evenement; het was hartveroverend! Gegroet, vrienden - tot een volgend keer; wij weten de weg - Edith chauffeert als de beste. Op naar andere dreven, een Soundscape vanavond bij de Sugar Factory aan de Lijnbaansgracht.
Good Luck. Simon Vinkenoog.


Zaterdag 18 februari 2006

The Day of the Complete Picture

... overigens ben ik het, politiek gezien, heel vaak met H.J.A. (Henk, mag ik zeggen) Hofland eens; wij komen uit hetzelfde jaar en hebben wat meer dan anderen van de wereld opgesnoven, en geleerd - hij heel wat meer dan ik, en ik weer op andere gebieden - en zelf noem ik het realistisch-pragmatisch.
En was ik bovendien van plan er vanochtend eens uit te breken met een ware filippica tegen alles wat rammelt, rommelt, tekortschiet, misgaat, piepelt of gepiepeld wordt, niet verder dan zijn neus kijkt, routineus en niet heus is, tegen degenen die doelen en middelen verwarren, hebben en niet zijn, doen zonder te weten wat ze doen, en waarom, of voor wie.
De kinderkruistochten noemde ik wel eens, jaren zestig-zeventig die schare Westerse jongeren, die hun eigen geboorteland verlieten om elders, vaak in het Oosten te zoeken - en soms te vinden - wat hen thuis niet geboden werd: de Italiaantjes en Spaanse jongetjes die niets meer van Kerk Kazerne Kroeg wilden weten, in het Vondelpark sliepen, huizen kraakten en kraken - al die eendimensionale babyfaces uit het verre Westen, dharma bums op zoek naar het Ganz Andere, waarvan ze iets voelden of meemaakten, zonder dat hen hier via school of opvoeding de kans werd gegeven de kloof tussen mens en God te overbruggen, terwijl het in andere samenlevingen - wij seculiere Westerlingen zijn op Aarde een kleine minderheid! - vanzelfsprekend is dat die persoonlijke, directe verbinding bestaat, maar liever geen circus, zei Yogananda.
En ik ooit op een Teach-In, alomme in den lande beoefend in de jaren 60, tussen de priesters en dominees: 'Over God kun je niet praten. Dat is een ervaring die je moet meemaken!' (Hear, hear).
Nou, dat had ik dus - zonder behoefte aan welke tussenpersoon , hoe heilig, vereerd, taboe of gesanctioneerd dan ook. Niet de toorn van Jahweh of de baard van Mohammed, niet de hand van Jezus, wellicht de glimlach van de Boeddha, en zeker die ene weg die je eigen weg is, die geen naam krijgt: TAO. Trust Tao, placht Tim L. te zeggen.
Geluid van vrouw die haren wast in de badkamer. Spoelen. Stromen. Aandoenlijk. Even alles wat hoorbaar is. Klank, geluid - om muziek van te maken, een weggelegde dichtregel.

O, wat had ik weer te keer willen gaan: wat wordt er weer geDOEMdacht, gestumperd, verstoord, vernield; hoe beangstigend onbekwaam en niet opgewassen tegen de veranderingen onze regeringsleiders, hoeveel gal te spuwen over de niet-nooit-bestaande rampenplannen, het malfunctioneren, de miscommunicatie, de imperiale bemoeienissen van onze transatlantische nakomelingen, de anti-menselijke regels, Chaplin vermorzeld aan de lopende band en tussen de raderen van een machine zonder ziel, Moloch, Moloch, Moloch, de onderhuidse dreigingen, de angst voor de diepte of de dood, ja hoe wijzer hoe droeviger (wiser but sadder).
Schietende te binnen de klokkenluiders, de wisselwachters, jeder Konsequenz führt zum Teufel, hoor ik van de Prinzipenreiters.
Zelf uitvinden wie je bent, zelf uitvinden wat je te doen staat, wat je niet mag nalaten, waar je iets aan kunt doen, mee moet doen. Nietzsche, bevangen door een overdosis van medeleven, freakte uit toen hij zag hoe een oud paard met de zweep werd geslagen. Hoeveel meer is nodig om mensen over de streep, welke, te trekken?
Uitgeraasd: koffie kwam, en de zaterdagse krant. Een huilebalk op Weeklog.nl. Heleen van Royen, dinsdag 14 februari: 'Gisteravond alvast 454 boeken gesigneerd. Ik mag niet klagen, maar ik doe het toch. Ik lijd. Ik lijd onder mijn succes. Succes kan een mens doodongelukkig maken, het kan aan je vreten, het kan je slopen, ja, lach gerust, ga je gang, maar het is waar.' (...) Ik weet niet meer waar de leugen begint. Ik weet wel dat het nu beter is even te rusten, te slapen.' Bron van de wanhoop: moeder en zuster bleven weg bij de boekpresentatie, met veel fanfare aangekondigd, van haar boek De ontsnapping.
De andere vrouw een kanjer van jewelste; pront staat Wouke van Scherrenburg op de voorpagina van het Volkskrant magazine en wat een plezier haar verhaal ('Ik ben heftig in alles') te lezen; volgende week komt een boek van haar uit met zestien interviews met zestien politica Vrouwen op het Binnenhof.
Ook zij klapt weer heerlijk uit de school. Tenminste geen bewaarschool; van de politiek zoals in Nederland bedreven is uiteraard niets te verwachten; politiek maakt de burger bang volgens de zoveelste professor die zijn zegje mag doen.
Goede herinneringen, hier niet uit te werken, aan de kleine bijeenkomst in Kasteel Groeneveld gisteren, als brainstorm voorafgaand aan de tentoonstelling, die 30 maart aanstaande geopend gaat worden, gewijd aan Volkstuinen. Kasteel Groeneveld in Baarn is, zoals velen wellicht niet weten, eigendom van Staatsbosbeheer, en onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en - nuja, vraag documentatie aan: www.kasteelgroeneveld.nl.

Blij Nederland, tenslotte, het nieuwe optimisme. De Volkskrant, beschikbaar als altijd vermeldt het goede nieuws op internet: nederlandpositief.nl, goednieuws.com, haalhetbesteuitjezelf.nl, de msn-groep Het Positief Alternatief, de positief-bericht.web-log.nl; en op het Max Euweplein heeft in Amsterdam het Instituut Liefde in de Stad een kiss-cam neergezet, 'gereserveerd voor liefdevolle handelingen die via internet gevolgd kunnen worden.' En, laten we niet vergeten de Club van 100!


En Edith en ik gorden ons aan om in Hasselt het goede nieuws te verkondigen: JE LEEFT! Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 17 februari 2006

The Day of the Battler

Het programma voor Poëzie in Carré, maandag 27 februari aanstaande, ontvangen van de organisatoren; ziet er goed uit: twee keer anderhalf uur dichters, waarbinnen muziek van Nynke Laverman en Wende Snijders, en een pauze van een half uur waarin dichters hun werk signeren.
Korte filmpjes voorafgaand aan de optredens van diegenen, die ook in 1966 in Carré hun stem lieten horen: Gerrit Kouwenaar, Hans Verhagen, Jules Deelder en ik, die het programma mag besluiten.
Wij zien uit naar het feest, waaraan zoveel orgelende geluiden voorafgingen. Aanvang al vroeg: 19u30, gezien de 26 dichters die door de avond heen worden geloodsd door Ruben van Gogh en Joost Zwagerman, in het decor van de musical Cabaret, spelende in het Berlijn van de jaren dertig van de vorige eeuw.

Ondertussen lees ik in de tijdschriftenbespreking in de Volkskrant vanochtend, dat volgens Ons Erfdeel het slampoëziegebeuren aan Vlaanderen is voorbijgegaan. Mooi niet dus, morgen mag ik jureren in Hasselt.

Overstappen van de poezie naar de politiek doe ik even niet; Ayaan Hirsi Ali verklaart de kindersmokkel (vanwege de kinderbijslag), waaraan Netwerk een t.v.-uitzending wijdde, vanuit het Somalische clan-denken. 'Somaliërs, die alleen solidair zijn met hun clan, kunnen niet omgaan met de verzorgingsstaat. Velen zien het als een stelsel waarvan je moet profiteren. In de Netwerk-uitzending ging het over illegaal verkrijgen van kinderbijslag. Wat ook veel voorkomt, is oplichting van de bijstand.'
Zij beëindigt haar interessante bijdrage aan de Volkskrant met de conclusie: 'De netwerk-uitzending kan de eerste zijn van een reeks 'creatief omgaan met de welvaartstaat'. Natuurlijk is het misbruik niet uitsluitend een Somalische aangelegenheid. Pas als de moreel-culturele eigenaardigheden van migranten, die onverenigbaar zijn met de verzorgingsstaat, worden erkend, kunnen niet-westerse nieuwe Nederlanders de overgang maken van stamlid tot lid van een verzorgingsstaat.'
Ronald Plasterk bespreekt in zijn column het belang van bronnen, en laat zien wat er gebeurd is met zijn uitspraak: 'Wie vóór Darwin niet in God geloofde, was gek.' Toen deze uitspraak door een lokaal krantje werd omgedraaid, werd de fout gerectificeerd, 'maar de praatpapegaaien maken het citaat nu eeuwig.' En hij geeft de originele context.

Het Brusselse Atomium, markant overblijfsel van de Expo '58, is voor de mooie som van 27, 5 millioen euro grondig gerepareerd en opgepoetst. In 1958 tijdens de Wereldtentoonstelling ben ik op bezoek geweest in het 150 miljard maal uitvergrote ijzerkristal, negen glanzende bollen, met roltrappen in de buizen, die destijds tot de langste ter wereld behoorden en de lift tot de snelste van Europa. Ik ben nog 1 keer teruggeweest, en betreurde het verval. Ik zal er hopelijk met Edith weer eens een bezoek brengen. 'Kun je er dan in?' vroeg zij; dat wil ik haar laten zien.

Nog zoveel te zien, te horen, mee te maken (ondervinden, ervaren): wij hebben er ZIN in!
Gegroet, voor vandaag, Simon Vinkenoog. Al wat beweegt, zal in beweging blijven...


 

Donderdag 16 februari 2006

The Day of Animation

Primuladorus; zo'n verstopt woord, dat je tegenkomt als je op zoek bent naar de quelea, in de Tweede Van Dale; bij het scrabblespel kwam ook weer de yuca te voorschijn, en achter de wolken - als altijd - weer de zon. Hoofd vol interne verplaats-muizenissen; de anderhalve meter boeken etc. over Amsterdam gaat van de boekenkast op de gang naar de vliering om plaats te maken voor wat anders, maar om dat andere onder te brengen moet ik eerst weer zus en zo verplaatsen en uit de archiefkast halen en voor ik dat gedaan heb, ben ik weer bij het alvast-op-de-gang-zetten in zo'n boek verzeild geraakt, waarvan je niet meer wist dat je het in huis had. Ik noem er twee, for the fun of it:
Herbert Mitgang: Exposing the Secret War Against America's Greatest Authors, Donald I. Fine, Inc., New York, 1988, isbn 1-55611-077-4, 332 pagina's.
Een exposé inderdaad, waarvan vóor publicatie al gedeelten waren gepubliceerd in The New Yorker ('Grateful acknowledgment is made to the magazine's editors and fact-checking department.'), over de spionage-oorlog van de C.I.A. en de F.B.I., gevoerd tegen iedere schrijver van belang, die zich on-Amerikaans ('subversief') uitliet. Een en ander is zorgvuldig onderzocht, aan de hand van de Freedom of Information Act moeizaam vrijgegeven geheime dossiers; hieruit bleek onder meer dat Ronald Reagan, in de tijd dat hij voorzitter van het Screen Actors Guild was, tevens informant bij de F.B.I. was, onder de codenaam Agent T-10.
Of het nu om Nobelprijswinnaars ging (Sinclair Lewis, Pearl S.Buck, William Faulkner, Ernest Hemingway, John Steinbeck en Thomas Mann, of om auteurs van aanzien als Carl Sandburg, Theodore Dreiser, John Dos Passos, Thomas Wolfe, Dorothy Parker en John O'Hara (om slechts de namen uit de eerste twee hoofdstukken te noemen: er volgen nog tien (!) hoofdstukken met 33 namen van gestalkte persoonlijkheden over wie Stasi-achtig bijgehouden dossiers zijn aangetroffen.'Ironically, the investigations of America's authors reveal no subversiveness in their subjects, but rather the political biases and cultural illiteracy of those who did the investigating.'
De storytellers, de playwrights, the poets & essayists, publisher Alfred A. Knopf, Among those Present: Norman Mailer en Allen Ginsberg, alsmede vier beeldende kunstenaars. Allemaal te belachelijk voor woorden, maar hoe ongehoord gevaarlijk ook.
"Independent opinions, unpopular ideas, political dissent and the freedom to be let alone are embedded as rights in the American Constitution and in our tradition of due process by law. Secretly policing authors and their writings are the dreaded hallmark of an alien police state." Laatste regel van het boek, waarna Evidence & Readings, aanbevolen literatuur en uitgebreid namenregister.
Nadat ooit Ernest Hemingway de F.B.I. een Amerikaanse Gestapo had genoemd, werd hij als verdacht beschouwd. Zo ook trok in 1960 Norman Mailer de aandacht van de F.B.I. door op een landelijke televisie-show te verklaren: 'J. Edgar Hoover has paralyzed the imagination of this country in a way Joseph Stalin never could.' Allen Ginsberg zei tegen Herbert Mitgang, auteur en cultureel correspondent van de New York Times:
'I have a stack of documents three-feet high,' the Pulizer Prize-winning poet said, and showed me a sampling of them.'
Ooit doorgebladerd boek; waarschijnlijk bij Antiquariaat Van Gennep opgepikt. Ik kijk naar de plaatjes, foto's en gecensureerde vrijgegeven dossierpagina's, en leg het boek weg. Ik veronderstel dat ik op dezelfde wijze aan het tweede boek gekomen ben, dat bij verplaatsing mijn aandacht trok.
('Hebt u dat allemaal gelezen?' 'Nee hoor', antwoordde hij opgewekt.)
Uit 1987 (Macmillan Publishing Company, New York, 260 pagina's ISBN 0-02-627670-4) komt Aquarius Revisited van Peter O. Whitmer with Bruce VanWyngarden, ondertiteld Seven Who Created the Sixties Counterculture that Changed America, met de namen van William Burroughs, Allen Ginsberg, Ken Kesey, Timothy Leary, Norman Mailer, Tom Robbins en Hunter S. Thompson. Een leuk stel om aan boord te hebben!
Ga ik lezen; meteen! Ook hier weer: even afwezig, boek binnen en je zit in het Web Center van Leary in Los Angeles; nooit gelezen; misschien aangeschaft vanwege de titel en ondertitel, de kleurige kaft, of omdat ik vermoedde dat mijn gedachten er l5 jaar later nog altijd bij zouden zijn; en zo is dat dus.
Waarna, voor vandaag, vaarwel. Andere aangelegenheden vragen mijn aandacht.
Morgenmiddag ben ik uitgenodigd als spreker op een bijeenkomst over volkstuinen in Kasteel Goeneveld te Baarn, zaterdag bevind ik mij in Hasselt, zondagavond bij Soundscape in de Sugar Factory aan de Lijnbaansgracht tegenover de Melkweg in Amsterdam, ijs en weder dienende. Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 15 februari 2006

The Day of Inventiveness

Wie meer wenst te weten van William Blum, schrijver van het ook in Nederland verschenen boek Rogue State: A Guide to the World's Only Superpower (Schurkenstaat - De buitenlandse politiek van de enige supermacht ter wereld, Lemniscaat 2003, ISBN 90 5637 496 6) publiceert zijn Anti-Empire Reports op de webstek van www.killinghope.org.

Wie ervan op de hoogte gehouden wil worden, kan een email sturen naar bblum6@aol.com. Zo ontving ik gisteren 'The Anti-Empire Report - Some things you need to know before the world ends, gedateerd 14 februari 2006 met citaten uit landelijke Amerikaane dagbladen, van januari-februari 2006. Een echte update, dus.
'Well, it's a nasty job, but someone has to do it', is zijn antwoord als hem gevraagd wordt waarom hij zo negatief is over de rol van de Verenigde Staten in de wereld.
Mij viel ook een andere passage op in dit met feiten volgestopte relaas van drie pagina's: 'Celebrity - modern civilization's highest cultural achievement - is a peculiar phenomenon.
It really isn't worth anything unless you do something with it.'
Even pas op de plaats, vanuit de Lage Landen, waar ik als zogenaamde BN-er rondwaar, cause célèbre, meer om mijn doen en laten, dan om mijn teksten: van de miljoenen woorden die ik in zo'n vijftig jaar heb rondgestrooid, zijn er een aantal blijven hangen - aan respons ontbreekt het mij niet.
Maar wat doe ik er mee? Ik beweeg me niet alleen binnen de betwiste grensgebieden van de Republiek der Letteren, maar waag me daar als ervaringsdeskundige ook buiten; als 'super-autodidact van Nederland' (benaming van Arjan, van de Volkskrant, Peters) blijft mijn nieuwgierigheid voortdurend gretig grazend bezig - en die wordt natuurlijk door van alles aangewakkerd.
Als je lettervreter bent, en je komt uit een omgeving waar geen krant, boek of tijdschrift gelezen werd, moet je het wel zélf doen; ik heb dan ook nooit enige moeite gehad met 'het vinden van mijn identiteit'- daar moet ik mee geboren zijn (en moet je dan enig geloof hechten aan een helderziende, die me ooit zei dat ik in mijn vorig leven zelfmoord pleegde en in het daarvoorliggende werd vermoord?).
Ik doe verder geen onderzoekingen naar het hier&nu-na of dazumaals; dit ene leven is meer dan genoeg! Je bent discipel van de ervaring zelf, of je bent het niet. En elke klap die ik kreeg incasseerde ik met winst, en elk afscheid werd een nieuw begin, en voor de geest geldt de uitspraak van Francis Picabia: 'Il faut etre nomade, traverser les idees comme on traverse les pays et les villes.' (Je dient nomade te zijn, door ideeën heen trekken zoals je door landen en steden trekt.)
Zoveel verhuizingen; ik heb er zo'n vijfentwintig achter de rug - je telkens opnieuw thuis moeten, willen, kunnen voelen. Nu wel, helemaal, sinds 1989 twee keer drie keer scheepsrecht in de echt verbonden): 'Ha, heerlijk huiswaarts!' is onze mantra, als wij terug keren van een instructief & amusant optreden, of ander bezoek buitenshuis.
Toen ik verteerd werd door haat, schreef ik over de haat, toen ik me tomeloos eenzaam voelde ging het daarover, en nu ben ik gelukkig - het spreekt toch vanzelf dat het daarover MOET gaan?
De mens is toch voor geluk en vrijheid, liefde en rechtvaardigheid geboren?
Vorwärts und nicht vergessen/ woraus unsere Stärke besteht/ Beim Hungern und beim Essen:/ Die Solidarität. Ook dat niet vergeten.
'The struggle of man against tyranny is the struggle of memory against forgetting'
citeert William Blum de schrijver Milan Kundera; zo is het maar net. Nooit meer tirannen. Niet in de wereld, niet meer in een menselijke relatie, en: vooral, wees geen tiran voor jezelf, al streef je naar het beste.
Wat doe je ermee? Je houdt je aan de lijfspreuk van King Moon Vines: S.V. is Steeds Verder, en onderweg, van de ene stilte naar de andere, slinger je er wat slogans uit, zweepslagen, lassoworpen: Beziel de vrede, verdom de oorlog. En je zingt het hoogste lied. En je danst op een vulkaan. Maar voor dit moment geldt bovenal: Blijf bij de les in 2006.
Voor heden, Simon Vinkenoog.
PS: William Blum's Anti-Empire-Report wil ik dezer dagen op mijn webstek plaatsen; check geschiedenis-link.


Dinsdag 14 februari 2006

The Day of the Cool Quip

Laat het verleden los! was de goede raad van Krishnamurti; hij bedoelde uiteraard: maak je los van wat het verleden je aangedaan heeft, laat het je niet in de weg staan, leef in het hier en nu, met alle onzekerheden en verwachtingen van dien. Op mijn leeftijd is het Nu gevuld met alle schatten die in je herinnering liggen, en kun je hartelijk lachen om momenten waarop je eens diep in de put zat, verteerd door jaloezie, of de eenzaamheid vreesde en opzag tegen het sterven.
Dat is allang voorbij; de onbevangenheid waarmee ik door ervaringen heen ging, om er altijd weer als mijzelf uit te komen, tekent mij nog steeds, hoop ik - al ben je natuurlijk gepokt en gemazeld in het leven, in Nederland Anno Nu met zijn angsthazen aan het bewind, in de wereld met zijn grote geopolitieke problematieken (uranium, olie, terrorisme), in de Republiek der Letteren der Lage Landen, waar je je boterham verdient, met een groeiend publiek dat naar poëzie komt luisteren, maar nauwelijks aan het aanschaffen van dichtbundels denkt.
Het blijft de happy few, met wie je in eerste instantie te maken hebt, en ik ben blij met het bestaan van mensen die mij willen horen en zien; ik richt me immers, niet voor niets, tot mensen, die als ieder ander, in een tijd die snel verandert, de veranderingen in de geest en aan den lijve ondergaan, en zich door niets en niemand in de maling willen laten nemen, geen knollen voor citroenen accepteren, en aan zelfvertrouwen winnen al naar zij bewuster en mondiger worden.
Gisteren schreef ik weer een pagina'tje bij het groeiende verhaal dat ik sinds november vorig jaar in het Engels vertel, achter het SPOT-insigne; de waarheid om een hoekje, als het ware. Uiteraard een heel ander publiek, dat niets van me weet. Ook heerlijk!
Tot de uitbreidingen behoort ook (onder Ich Hic Chi) het verslag dat Arjan Witte schreef over de Spinvis-tournee vorig jaar, eerder verschenen in het tijdschrift Passionate.
En achter het See M! Hear Me! kun je een one-man-show (met soms muzikale begeleiding) laten plaats vinden, via een tijdreis, van 1966 (Poëzie in Carré) tot een maand geleden, toen ik mijn kwartiertje mocht spreken voor de tweeduizend bezoekers aan het LSD-symposium, vorige maand in Bazel. Niet teveel hooi op je vork nemen, geen overdosis SV. Mij werd eens toegevoegd: je bent boeiend, maar vermoeiend... Doe daar je voordeel mee.
En ik me maar blijven afvragen (zo'n teller-statistiek heb je niet voor niets) wie toch die Chinezen zijn die zo nu en dan op mijn webstek komen koekeloeren; de teller staat al op 134. Zou het iets te maken kunnen hebben met de Poets of All Nations, die een Chinese maaltijd bereiden, of is het de verschijning van enkele gedichten van mijn hand in de 455 pagina's tellende bloemlezing, in 2005 verschenen, Moderne Nederlandse Poëzie, in de vertaling van Maghiel van Crevel, ISBN 7-5633-5544-8; www.bbtpress.com.- een luxe, in twee kleuren - heel veel oranje! - gedrukte, van foto's voorziene bundel, Marsman, Kemp (Pierre)_, Achterberg, Vasalis, Vroman, Morriën, Lodeizen, Lucebert, Kouwenaar, Campert, Polet, Rodenko, Elburg, Schierbeek, Andreus, Kousbroek, Hanlo, Vinkenoog, Nooteboom, Warren, Buddingh', Bernlef, Schippers, Armando, Verhagen, Herzberg, Kopland, Van Geel, Harmsen van Beek, Van de Waarsenburg, Warmond, Emmens, Hillenius, Hamelink, Ten Berge, Faverey, Arends, Zuiderent, Tentije, Vlek, Haft, Budé, Ter Balkt, Van Toorn, Koenegracht, Reints, Anker, Gerlach, Boskma, Van Haren, Jansma, Michel, Duinker, Enquist, Wijnberg, Wigman en Krol - geboortedata van 1899 tot 1966 - voorbeeldig.
Ik moet nog ergens (in een brief) opzoeken welke vijf gedichten het zijn, die ik uitraard niet kan lezen. Ten behoeve van mijn Chineze bezoekers zou ik ze kunnen opnemen, zoals ik ook Franse en Engelse gedichten hier heb opgenomen.
Het meest verheugend zijn de herinneringen die levend blijven, de jaarlijkse brief van Jean-Marie Defaye bijvoorbeeld , een van mijn Franse collega's bij de Unesco (1949-1956) met wie ik eind 1954, als deel van de UNESCO-staf, naar Montevideo afreisde om daar zes weken de distributie van documenten aan de gedelegeerden van de Algemene Jaarvergadering ter hand te nemen, met een memorabele terugreis via Sao Paulo, Rio de Janeiro en New York.


Ik schreef hem al terug, maar hier boven staat een foto van ons samen genomen in de Village Barn (52 West 8th Street in Greenwich Village), waar ik twee foto's van Arie Bergmans aan toevoeg (door Edith laat toevoegen!), onze gemeenschappelijke, helaas te jong overleden vriend. Die mij de weg wees naar het système D, of te wel de les je te leren debrouilleren. Au revoir, mes amis du monde entier. Soyez bienvenus.
Ici règne la Paix. Votre Simon Vinkenoog. animateur de tous genres.

 


Maandag 13 februari 2006

The Day of Liveliness

met als meditatie van de dag (in Goldschneider & Elffers: The Secret Language of Birthdays):
The quietest place to be found rests in a peaceful soul."
En zo is het, temidden van alle reuring rondom. Welkom, 44e dag van het jaar, zevende week. What's new, pussycat?
Innerlijke emigratie. Met niets te maken te (willen) hebben: doe mij maar mijn eigen ding!
O, wat een vreugde Edith om mij heen te hebben: soms ben ik jaloers op mijzelf: wat word je verwend - maar ja, het is wederzijds, en wat is er heerlijker dan verwend te worden? Wat is er heerlijker dan leven & werken, ontspannen en spelen, vrijen en uitgaan met een vrouw die er als een meisje blijft uitzien: dezelfde die mijn hart vuriger deed kloppen toen ik voor het eerst, achter haar aan, de trappen hierheen omhoogliep, augustus 1987.


Uit De ware Adam : 'Zij is mijn alles en ook het niets/ waarin ik verdwijn als zo ver dichtbij is'

Wat hebben wij samen veel mogen meemaken! En wat ligt er alsnog niet in het verschiet!
Even doorwaaien; raam gaat open, frisse lucht drijft maar binnen. Samen plannen maken & uitvoeren, altijd samen op reis, gedeelde vreugde dubbele vreugde, en als iets me tegenzit weet zij het te relativeren; bovendien ben ik door haar het zelfbeklag kwijtgeraakt dat wel eens als een waas om me heen hing, zeuren en zomaar treuren is er niet meer bij! Nu eerst een spelletje scrabble; kijken welke woorden zich kenbaar zullen maken: het blijft, al jaren, heerlijke hersengymnastiek. (798: net geen 800).
Het radio-interview van gisterenavond (www.omroephw.nl) gaf me nauwelijks gelegenheid aan het woord te komen; de uitvoerige bevestigingen van wat ik te zeggen had, vraten aan de ons gegunde tijd, die ook drie keer (Media-Wet!) onderbroken werd door de meest lullige muziek denkbaar.
Ik las enkele gedichten voor, maar om vragen van luisteraars of de voorgelezen gedichten op mijn webstek geplaatst konden worden, zei ik bewust: NEE. Ik heb wel een link Bloemlezing, met andermans/vrouws gedichten, die ik hoogschat. Ik wijs op Mies Bouhuys over aszielzoekers en Kathleen Raine over the secret within (elk mens: de DOOD).
Naar het Kersvers-archief heb ik de gedichten verbannen, die ik tussen januari 2004 en januari 2005 schreef in functie van mijn ad-interimwaarneming van het Dichterschap desVaderlands, een periode die waardig werd besloten. Zie de t.v.-uitzending bij See me! Hear Me!, waaraan afgelopen week enkele toevoegingen zijn aangebracht, onder meer een van de praatjes die ik in Bazel tijdens het LSD-symposium heb gehouden, een link waar ik ook gedichten lees met muzikale begeleiding. Ja, je kunt uren naar me luisteren, als je dat zou willen - ga rustig je gang.
Gedichten zijn er voor het welzijn, net als muziek. Overigens horen gedichten (om gelezen te worden) in boekjes, en op podia (om beluisterd te worden) thuis. Er zijn op dit moment drie titels van mijn hand verkrijgbaar bij uitgeverij Passage, zie de link Goede raad is vuur, waar dit jaar een dichtbundel aan zal worden toegevoegd, DV, geheten 'Zonneklaar'.
Sinds ik dit woord als titel bedacht, ben ik het al vier keer, in kranten lezende, tegengekomen.
Wat is zonneklaar? Dat pijn aan je vreet; een pijn die de vaatchirurgen van het Amsterdamse Onze Lieve Vrouwe Gasthuis 4 juli vorig jaar met een bypass in het linkerbeen uit de wereld wist te helpen, maar de claudicatio intermittens-verschijnselen zijn gebleven, om mee te leven. Een constante sudderpijn, die toeneemt bij het lopen, dat een looptraining geworden is. In beweging blijven! En dat blijkt wonderwel te lukken, dankzij de goede zorgen van mijn geliefde. Over pijn dus veel van de gedichten in de komende dichtbundel, hoe actueel! Soms wordt poëzie uit pijn geboren - daar hoef ik geen uitspraak van Antonin Artaud bij aan te halen, in je eigen pijn voel je de pijn van alle anderen die pijn lijden. Het nulpunt van de pijn; je hoeft er niet geweest te zijn om te beseffen hoeveel mensen pijn lijden, pijn lichamelijk, pijn geestelijk. Rijmpijn.
Aanstaande zondag ben ik uitgenodigd voor een onlangs van start gegaan programma WordScape, dat zich afspeelt in de Sugar Factory aan de Lijnbaansgracht 238, tegenover de Melkweg-ingang. Aanvang 20u30; enkele gedichten van de deelnemende dichters worden ondersteund door een dj en een vj, die een week tevoren van de tekst inzage dienden te krijgen.
De bedenker van het concept, www.keeswennekendonk.nl, laat mij weten:
"Toen Alan Laurillard mij vroeg iets te bedenken voor jazzmusici en dichters heb ik dit concept bedacht. Ik heb mij altijd bont en blauw geërgerd aan de vrijblijvendheid en doe je eigen ding in dit soort samenwerkingsverbanden, vandaar dit als reactie. En dan is het nog moeilijk om musici geen vogeltjes te laten fluiten in een lentegedicht!
Bij elk gedicht worden thema's voor muzikale, geimproviseerde soundscapes bedacht. Deze thema's haken aan een laag in het gedicht, of zorgen voor een theatraal contrast. Het thema wordt nooit zo gekozen dat de muziek een illustratie wordt van het gedicht; dus geen watervalgeluidden als het gedicht over een waterval gaat.
Tijdens het concert zullen, zeer publieksvriendelijk, de volgende afgspraken in acht genomen worden: "Het gedicht, de dichter en het thema worden voorafgaande aan het gedicht duidelijk aangekondigd. De muzikanten creëren op dit thema een soundscape die door de dirigent/sessieleider indien nodig wordt bijgestuurd. In die soundscape kan de dichter zijn/haar gedicht voordragen. Geen aankondigingen en uitleg van het gedicht als de scape al begonnen is. De dichter en de musici kunnen elkaar goed in het oog houden, als sessiemuzikanten. De musici zorgen dat ze te allen tijde zo spelen dat ze zelf de dichter letterlijk kunnen verstaan en met hun hart kunnen volgen."


Bravo, leve het pad van het hart, door poëzie en muziek ingeslagen! Zelf erger ik me er ook aan, als dichters hun tijd verprutsen op het podium met aantekeningen rondom, grapjes over, of info betreffende hetgeen ze gaan doen. Just Do It
Op de Kees-www (zie boven) de medespelenden dit keer en de komende maanden, als het Ink Jam @ the Sugar Factory gaat heten en op een ander tijdstip begint. Onder de medespelers aanstaande zondag Anneke Claus, Maarten Doorman, Ruben van Gogh en Geert Buelens, over wiens Van Ostaijen-boek ik hier al vaker gesproken heb, en die ik persoonlijk niet ken..
Een toevoeging aan wat ik hier gisteren schreef. Het citaat komt uit een interview met de Engelse schrijver Brian Bates in het zomernummer 1992 van het Amerikaanse tijdschrift Shaman's Drum.
"De hedendaagse psychologie leert ons dat wij ons leven en onze geest moeten zien in termen van de machine - in het bijzonder de computer. Hoewel dit model maar weinig te maken heeft met de organische, levende, ademende werkelijkheid van de menselijke ervaring, blijven wij pedagogische, professionele, zakelijke, medische en militaire beslissingen nemen alsof het computermodel nauw zou passen op onze werkelijkheid. In tegenstelling daarmee beschouwden Angelsaksische sjamanistische culturen de levenservaring van elk mens als een artistiek patroon, zich ontwikkelend op een weefgetouw. Het motief van godinnen die individuele lotsbestemmingen weefden komt veelvuldig voor in de overgeleverde legenden en verhalen, en is een van de best gedocumenteerde aspecten van het Angelsaksische sjamanisme.
Beelden van spinnen en weven waren inderdaad meer bekend in die tijden, maar het gebruik van een creatieve, liever dan een mechanische metafoor is het bestuderen waard - vooral wanneer wij er over denken ons leven te veranderen. In plaats van ons 'levensprogramma' te veranderen, kunnen wij ons 'levensontwerp' veranderen en metaforen van kleur, vorm, structuur, patroon en thema gebruiken."

De pap was weer heerlijk.
Ja, hè?

Simon Vinkenoog. A peace of my mind.

Een Prettig gesprek in 1995



Zondag 12 februari 2006

The Day of The Unifier

 

De werkelijkheid ontvluchten om te kunnen functioneren? Waar heeft de goeie man het over? Ja, ik rook een wietje terwijl ik dit tik, en ik luister naar Wim Brands in gesprek met twee Chinese experts, en vanavond mag ik een uur lang het woord voeren op de radio, en ik heb morgen afspraken en dinsdag en ik bereid me voor op en verwacht altijd het - ja, wat - heerlijk toch in het Hier en Nu te leven? Als je je maar goed voelt, overal welkom, jammer dat Ad Mol niet durfde langs te komen, om te functioneren. Ja, er stonden asbakken op een paar tafeltjes: wat Brussel ook zegt, op 'n vuurtje heeft de dichter recht.
Ad Mol heeft een mooie en interessante avond gemist; vier debuterende Windroos-dichters lieten zien en horen waarom zij dichters genoemd kunnen worden, Pom Wolff (Je bent erg mens), onder hen de oudste , wint als vanzelfsprekend - zeer eigen stem - prijzen alom in den lande op poëzie-podia.
Zo ken ik ook de drie andere, jongere dichters van hun optredens tijdens de maandelijkse Festina Lente-poeziëslagen, waarbij ik al jaren als jurylid toekijk en toehoor; functioneer. Robin Block met Bestialen, Sander Koolwijk met Onder dak en Tom Zinger met Rauw Boy Bliues maken hun eerste verschijning (belangrijk: HET DEBUUT!) in boekvorm mee bij de erkende www.uitgeverijholland.nl.in Haarlem, waar al in 1950, onder redactie van Ad den Besten, later hoogleraar Duits aan de VU, de eerste jaargang van De Windroos-reeks het licht zag.
Daarin verschenen tien bundels, van W.J. van der Molen, Guillaume van der Graft, J. Meulenbelt, Nico Verhoeven, Michael Deak, H.J. van Tienhoven, J.W.Schulte Noordholt, Bergman en mijzelf als achtste in deze reeks met de bundel Wondkoorts.
De flaptekst van mijn debuut, van de goede Ad den Besten(later om zijn bloemlezing Stroomgebied zo verguisd door de 55ers Sleutelaar en Vaandrager) stelde: "Bijna ieder gedicht is a.h.w. een gevecht met het drukkende en moralistische van onze cultuur, een gevecht dat de dichter echter niet bevrijden kan van de voor hem onaanvaardbare loop der dingen.(...) Als velen van zijn generatiegenoten, is deze dichter kennelijk een slachtoffer van zijn eeuw, een wie weet dodelijk gewonde, die koortsachtig uitpraat wat niet te verzwijgen is: alle ressentimenten waarmee deze eeuw hem infecteerde. Dit maakt zijn irrationeel, bijna experimentalistisch gebruik van woorden en woordverbindingen vaak bijzonder navrant."
Zo, weten wij dat ook weer - ik had me voorgesteld er in Woerkum enkele gedichten uit voor te lezen, maar ik haspelde over mijn eigen woorden - ik was er wel erg ver van weg gegroeid! Vervreemde, vervreemdende tijd, die donkere Koude Oorlogsjaren, na WW Twee, een halve eeuw geleden.
Terug naar het minstens zo interessante ervaren van het veranderen van de ervaring, in mens en wereld, locaal en geopolitiek, dat zich Nu overal op Aarde en in het gemoed van mensen afspeelt. Blijf bij de les in 2006. Het gaat om je leven! Love makes the world go round; not the money!
Kortom: in de Teerkamer weer zo'n heuglijk herinneringswaardige avond, op ons dooie gemak tussen vredelievende mensen en de dartboards en gitaren achter het pas- op-struikel-niet podiumpje, de reddingsboei en graffiti-handtekeningen, en de borden met teksten, vacantie-souvenirs: Stop and Eat Chicken! - Slow!   Playing! - Official Inspection Station - Lakeside Complex - The Hi-Road Drive-in Theater, hoog boven de dijk uitstekend, waar Maas en Merwede elkaar ontmoeten, Neerlands Tweestromenland!.
Ik heb een groot respect voor wat de Stichting Woerkums Literair Café, met bezielende mensen als Arie Wezemer, Amy van Beem en hun mede-vrijwilligers verricht.
De bijeenkomsten vinden plaats in de voormalige kazerne, herbouwd tot wat het nu is: aan de straatzijde beneden achter de dijk een Galerie en een trap op, hoog boven de dijk de Teerkamer. Vissersdijk 35a in Woudrichem (Woerkum, plaatselijk - zoals Gorinchem Gorkum, enz.)
Aanstaande bijeenkomsten 18 maart Literaire Liefdes, 12 mei Adriaan van Dis en 10 juni Letteren op Loevestein. Meer info hierover 0183-401916, 0183-302492 en 0183-443660 en 0183-402043. Het vier keer per jaar verschijnende clubblad Leugenbank neem ik altijd met plezier door vanwege de interessante teksten en advertenties. En wat een mooie omgeving. Arme Mol!
Het radiogesprek vindt vanavond tussen 23 en 24 uur plaats, zal worden herhaald en op het net gezet; idee afkomstig uit de altijd zeer dichterlijke Hoeksche Waard - met zijn eigen landelijke herinneringen aan plekken en mensen. Aan te treffen op www.omroephw.nl en www.annemiekes.punt.nl.
Zaterdag bij de post twee welkome zendingen uit Vlaanderen: het Louis Paul Boon Gezelschap (www.lpboon.net) stuurt me de laatste twee nummers van Boelvaar Poef, aantrekkelijk uitgegeven en zo te zien interessant; hartelijk dank, John Jacobs.
Als lid van het WEG verwelkom ik iedere zending van het Willem Elsschot Genootschap, dit keer een vernieuwde Nieuwsbrief Achter de schermen, alsmede het W.E.G. Cahier 2, Kaaskwesties met een tiental bescouwingen over Elsschot in vertaling. Info: www.weg.be.

O Zondag, met je - Toets Tielemans Nederland 3. Gegroet. Uw voorsorteerder, functionaris Tot Nut van het Algemeen, Simon Vinkenoog


 

Zaterdag 11 februari 2006

The Day of Improved Comfort

Macromedia Dreamweaver MX. Mooie naam voor het programma waarmee deze tekst in beeld komt; hoe geëigend, het droomweven.
In patronen denken, in levende kleurrijke vormen en bewegende relaties, niet in abstracte lineaire begrippen en al te rechtlijnig, want de bifurcaties en krommingen zijn mee te tellen, en de stroomversnellingen, en stagnaties, en wat al niet. Even die ene regel van The Optimist Creed voor ogen te houden (in zijn geheel aan te treffen bij de link Credo): Promise Yourself to give so much time to the improvement of yourself that you have no time to criticize others.
Nee, een kritikus heeft er bij mij nooit in gezeten, zeker niet als beroep; ik ben meer een constateerder, opmerker, met een kritische geest weliswaar, voor zichzelf genoeg onderscheid makend, discriminatie in de oorspronkelijke betekenis van het woord: niet alleen de face value, maar wat zich vaak achter het masker verschuilt. I'm not in it for the money, bijvoorbeeld, als ik dat vergelijk met een jongetje in de klas, die uitroept als hem gevraagd wordt wat hij wil zijn als hij groot is: "Rijk!!!"
Mijn vader had een beroep, d.w.z. hij oefende de een of andere voor mij mysterieuze functie bij de PTT uit, geheten voorsorteerder. Mijn ouders scheidden toe ik ongeveer zes jaar oud was; van voor die tijd herinner ik mij uitstapjes met Hendrik Albertus Vinkenoog, waarvan een naar het Hoofdpostkantoor achter het Paleis op de Dam, waar nu Magna Plaza gevestigd is. Ik maakte er voor het eerst kennis met de paternoster-lift (open liften in voortdurende beweging: 'u kunt de reis ongehinderd via zolder of kelder voortzetten', maar je kwam dan wel langs enorm raderwerk) - de twee andere paternoster-liften herinner ik mij van het oude Stadhuis en het Hoofdbureau van Politie aan de Marnixstraat. Verouderd systeem, moet ik een tekeningetje maken?
Ik maakte er ook voor het eerst kennis met kantoorhumor, een soort Jiskefet avant la lettre (tic, van 8 jaar Parijs overgehouden; af en toe een franse uitdrukking gebruiken, staat literair (even horen naar de stem van Johnny, zoals hij dat vermaledijde woord wist uit te spreken). Half verscholen achter hun bureaus en ladekasten waren in een grote ruimte, ergens op de bovenste verdieping, waar je naar beneden in de hal kon kijken, volwassen mannen elkaar met proppen papier aan het bekogelen, ondertussen gezamenlijk uitzingende, almaar dezelfde zin, hoog uitgierend, joelend: "Wij zijn niet bang, wij zijn niet bang, wij zijn niet bang en zo verder, elk eenlettergrepig woord benadrukkend: Wij Zijn Niet Bang. Totale vervreemding sloeg bij mij toe, ik heb dit verhaal eerder beschreven, en zoals gebruikelijk komt het tot leven, als je het weer voor je ziet. Weg, terug, af, andere droom.
De tijd naar een CD te luisteren, voor de tweede keer, waarvan wij gisteren de presentatie in het BIMhuis (in het nieuwe Muziekgebouw aan het IJ) mochten meemaken, in een volle aandachtige zaal - steeds meer mensen vinden er - zoals wij - de weg heen. Composities van Michiel Braam, gespeeld door Braam aan de piano met Wilbert de Joode op contrabas en Michael Vatcher, drums.Change this song. Op de CD tien composities, waarvan de titels inderdaad à la Battus veranderen: Angst, once High - Hotch as Ginseng - Snitch An Egg, Soh - Songs Each Night - Can Ghosts Neigh? - Congesting Hash - Nightsong Aches - Gosh, Ethnic Gan - Hatching Segno's en High Agons Scent.
Spectacular view behind the stage; inderdaad. In de zaal van het BIMhuis uitzicht op binnenwater, NEMO en de binnenstad, in het café-restaurant uitzicht verder over het IJ: Amsterdam heeft het water herontdekt, die IJ-boulevard die er aan komt wordt een juweel. Als de hekken eenmaal weg zijn, hoorde ik zeggen - Mövenpick is naast het Muziekgebouw een hotel aan het bouwen - heel wat meer parkeerruimte dan bij het oude verslonsde BIMhuis aan de Oudeschans, www.bimhuis.nl.
Prachtconcert, zowel voor geoefende oren, als de niet zo geoefende; ik hoorde klanken die ik niet kon thuisbrengen, zag drie zeer ingetogen heren intens spelen, werd soms door ritme meegesleept, bij andere geluiden moest ik moeite doen: ik leer opnieuw luisteren! Wat een heerlijk gevoel, dat het er nog bij kan. Betoverend, geconcentreerd, verstild. Technicalities ontgaan me. Ik ben een en al oor. Zo heel anders dan de Bik Bent Braam, die wij 27 januari zagen: dertien uitbundiger figuren. Meer info, meer vreugde: Buy CD's at www.michielbraam.com.
Michiel Braam ken, en bewonder ik sinds mijn eerste optreden met Bo's Art Trio in de jazzclub Mahogany in Edam, later in Breda, het BIMhuis in Amsterdam - bij de verschijning van de CD Cobra - en Den Bosch. Inspirerend. Zowel de momenten zelf, als de naklank.
In Woudrichem vanavond een dichtersavond, door het zeer actieve plaatselijke literaire genootschap, Stichting Woerkums Literair Café, georganiseerd in de Teerkamer. Ook optredend Pom Wolff, die vorig jaar zijn debuut maakte in de Windroos-reeks, met de bundel je bent erg mens. Dat zullen we te horen krijgen; ons dichters krijgen ze niet klein! Maak iets moois van je weekend, weef je eigen patroon! Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 10 februari 2006

The Day of Acclaim

Een lange e-mail met vragen beantwoord; niet onbelangrijk onderdeel van het huiswerk van de dichter.
Even het slot van het bericht overnemend: "En helemaal aan het einde wil ik graag kwijt dat ik de werkdag iedere ochtend met veel genoegen begin met het lezen van uw weblog. Het is wat laat gekomen, maar internet lijkt me hét ideale publicatiemiddel voor uw soort schrijverschap: snel reageren, goed op te zoeken doorverwijzingen, het actuele en het eeuwige, het erudiete en enthousiaste in één dagmijmering: heerlijk! Jammer alleen dat de lezer niet kan reageren - ja, anders wordt het wel erg bewerkelijk, dat begrijp ik best -, anders had ik u kunnen vertellen dat het gedicht dat een mevrouw u op 14 november 2005 voorhield: min de stilte in uw leven/ min de stilte die bezielt... van de onder oude socialisten nog steeds geliefde geluidsneuroot C. S. Adama van Scheltema was..."
Dat is dan goed te weten; bent u er nog, mevrouw van de 14e november? Overigens is het NIET waar dat de lezer niet kan reageren; zie onder Guesthouse, waar een e-mailadres vermeld staat, voor reacties en suggesties. En kijk daar maar eens van wie ik nog meer complimenten mocht ontvangen; uiteraard ben ik verheugd met adhesie-betuigingen; ik zou liegen als ik het ontkende.
Naam Maken. Hagar Peeters begint haar Volkskrant-Cicero-column deze ochtend, getiteld Dichters en vergetelheid, sans rancune, met de vaststelling:
'Sommige dichters koesteren een vurige hoop op de eeuwigheid. Zij zijn bang over het hoofd gezien te worden en te worden vergeten. Er zijn immers al zoveel vergeten dichters dat de dreiging tot hen te behoren, niet irreëel is. Meer dichters zijn vergeten, dan onthouden, angst is dus terecht.'
Ik citeer uit haar column éen passage en raad verder-belangstellenden aan zelf van de interessante tekst kennis te nemen, wellicht via Volkskrant-internet, als de kiosk, de tijdschriftwinkel of de boekhandel te ver weg is?
"Op 27 februari vindt in theater Carré na veertig jaar de reprise plaats van het legendarische poëziefestijn Poëzie in Carré, dat geldt als een mijlpaal in de nederlandse poëziegeschiedenis. Het evenement stond aan de wieg van de huidige, literaire festivalcultuur in Nederland. In 1966 kwamen voor het eerst bijna tweeduizend mensen bij elkaar om dichters uit eigen werk te horen voorlezen. Wie, zoals ik, de reprise van dit historische evenement organiseert, krijgt bij sommigen die niet tot de genodigden behoren, te maken met uitingen van gevoelde verloochening.
Er waren enkele misdeelde dichters die probeerden met vleien en slijmen alsnog deel uit te maken van de gebeurtenis. Er waren er meer die dreinden en dreigden, en ook een paar - ik zal ze de openbaarmaking van hun namen besparen - die met gekonkel en gemonkel alsnog binnendrongen."
Het leed van de dichter die voor de eeuwigheid schrijft, en toch niet voor deze historische gebeurtenis wordt uitgenodigd, is groot volgens Hagar Peeters. Al tijdens zijn leven komt zijn ontbreken aan het licht als "een teken, een voorafschaduwing van de ontstentenis die hem na zijn dood ten deel zal vallen".
Met medeleven beschrijft zij zijn martelgang: "Voor de dichter die het centrum van zijn eigen universum is geworden, kan het leven wreed en verschrikkelijk zijn."

Of groots en meeslepend, vervullend, met inzicht in de eerder beschreven spirituele
kwantumsprong: 'Nu en ook in de toekomst is ons middelpunt overal, en onze omtrek nergens. Niemand heeft de leiding. Niemand is uitgesloten. Iemand zal zelf deelnemen aan de onzichtbare opstand van een miljoen geesten, zonder dat wij hem een insigne overhandigen.' schreef Alexander Trocchi in de beginjaren '60 over zijn sigma-projecten, waarvan alleen de naam nog is gebleven in de filmondernemningen van Matthijs van Heijningen. Hij gebruikte daarbij (in Randstad 11/12, blz. 17 e.v.) een motto van Antonin Artaud, uit diens Le Théàtre et son Double (door mij voor uitgeverij Meulenhoff in 1982 vertaald in het nederlands): "En als er nog iets hels, werkelijk vervloekt is in onze tijd, dan is het wel ons artistieke gepriegel met vormen, in plaats van ons te gedragen als slachtoffers op de brandstapel, die tekens geven door de vlammen heen."

Antonin Artaud, in De ervaring van de verandering van de ervaring - teksten over avantgarde en underground in de 20ste eeuw, samengesteld door Simon Vinkenoog, in de serie Het spel en de knikkers, Profiel 9, Meulenhoff Educatief, Amsterdam, 1974, ISBN 90 280 00968.

"O Volk van de Koran! Waarlijk, de Profeet van God, Muhammad, stort tranen bij het zien van uw wreedheid... O moslem geestelijkheid! Door uw daden werd de verheven positie van het volk verlaagd, de maatstaf van de islam vernietigd en is zijn machtige troon gevallen."
Geciteerd door Shoghi Effendi in The World Order of Bahá'u'lláh, aangetroffen in René Derkse's boek ISLAM: de onbegrepen religie (Mirananda, 1988), waarvan ik het laatste hoofdstuk Het onvermijdelijke verval op de link Geschiedenis/History wil plaatsen. Volg deze webstek en smurf rond in het Ich Chi Hic! Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 9 februari 2006

The Day of Vibrancy

Jules Deelder komt! Een verheugend telefoontje van Chris ten Kate: ook ik had bezwaren tegen de door de Poezieclub opgestelde line-up van dichters voor de aanstaande reprise van Poëzie in Carré maandag 27 februari aanstaande. Jules immers, die zo'n glanzend debuut maakte in 1966, is in 2006 still going very strong en mag volgens mij, en anderen, niet ontbreken.
Gezien het feit dat zijn manager in december e-mails en voice/mail onbeantwoord liet, was men er bij de organisatoren van uitgegaan, dat hij niet geïnteresseerd was in deelname - gelukkig is het misverstand nu uit de wereld geholpen, door het simpele feit dat ik in staat was Jules' zeer geheime telefoonnummer door te geven.
Eind goed al goed, hoop ik, aannemende dat Erik Jan Hermans - men bezichtige daarvoor de internetsite van poëziedagblad Rottend Staal - en anderen verheugd zullen zijn over deze uitkomst.
!
Het komt weer allemaal voorbij, de knieval, de zondeval, de aanval, het toeval en verval, maar wát een gelegenheid om juist nu in leven te zijn tijdens zo'n Clash of Civilizations, zoals wij die op dit moment meemaken naar aanleiding van de Deense tekeningen, die de Profeet als terrorist hebben afgebeeld.
De vrijheid van meningsuiting, waarvoor onze voorvaderen hier in West-Europa (en elders!) hard gevochten hebben, gesteld tegenover de opgehitste en gemanipuleerde islamitische volksmassa's, die alleen maar gehoord hebben dat hun Profeet beledigd is, de cartoons in kwestie nooit hebben gezien en met hun protesten, vernielingen en vlagverbrandingen slechts dienen als afleidingsmanoeuvre en uitlaatklep voor al die Arabische regeringen, die juist door hun corruptie zorgen voor een toenemende invloed van de fundamentalistische Moslimbroederschap-gedachten.
Hamas in Palestina, Syrië, Saoedi-Arabië, Iran en zelfs - lezen wij in het Magazine M van NRC-Handelsblad, deze maand - zijn de barbues in Marokko al flink onderweg.
Enfin, schrijvers, tekenaars en anderen die al eerder last hadden van censuur op taboe-geachte uit(lat)ingen, weten dat zwichten afscheid nemen van je waardigheid betekent. Niet zwichten, dus. Volhouden, doorzetten - maar te begrijpen valt dat niemand graag zijn ruiten ziet ingegooid. En wie de Deense cartoons wil bekijken, bezoeke Geert Wilders' webstek; die heeft het er voor over van zo'n veertig bedreigingen aangifte te doen bij de politie.Maar je wordt vanzelfsprekend zelf paranoïde als je paranoïde lijfwachten vootdurend om je heen hebt...

"Kent u Donner? Als hij eenmaal een standpunt heeft, is hij daar niet van af te brengen; ik althans kon hem niet overtuigen."
Mr.B.J.Ascher, voorzitter van de Restitutiecommissie voor oorlogskunst, die staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan ervan wist te overtuigen, dat de Goudstikker-erfgenamen weer in het bezit dienden te komen van hun gestolen schilderijen. In Vrij Nederland, deze week. "Vrij Nederland verlicht Nederland."
"'Leuk' hoort niet bij vak van minister", kop boven een paginagroot interview door Michiel Kruijt met Piet Hein Donner (1948) in De Volkskrant afgelopen zaterdag.
Donner: 'Ik kom uit een groot gezin, dan leer je pragmatische keuzen te maken. Er zijn ook op andere terreinen zaken waarvan ik zeg: dat moeten we gewoon proberen. Als je diep in mijn hart kijkt, zouden we alle coffeeshops moeten sluiten. We produceren in dit land zoveel cannabis dat niemand mij wijs kan maken dat we dat allemaal zelf verstoken. Maar ik ga de capaciteit niet inzetten op het sluiten van coffeeshops. Dat is pragmatisch niet te verantwoorden. Dat zou een enorme investering in mankracht van politie vergen. Voordat ik inzet op die koers, heb ik nog wel een paar andere problemen waar ik mensen voor nodig heb.'
Kruijt: "Nederland is volgens u een exportland van wiet?"
Donner: 'Ik zou het niet zo zeggen, want dan komt het in het buitenland weer zo hard aan. Laat ik het zo zeggen: we dreigen het wel te worden.'
Kruijt: "Het is niet uit te leggen dat wiet officiëel aan de voordeur van de coffeeshop mag worden verkocht, maar aan de achterdeur illegaal moet worden aangevoerd. Een meerderheid in de Kamer wil dat er een experiment komt met gereguleerde teelt en aanvoer, mede om de criminaliteit te beperken."
Donner: 'We moeten de zottigheid niet nog verder gaan opvoeren. Toen we de coffeeshops invoerden, hadden we precies dezelfde discussie. Toen werd gezegd: we laten coffeeshops toe, dan is de illegaliteit weg. Maar er zijn nog steeds illegale verkooppunten en vooral in grensgebieden vinden in de huizen rond de coffeeshops allerlei illegale activiteiten plaats.
De kweek van hennepplanten is agrarisch aangepakt. Met groene vingers is bereikt dat een stickie nu tien keer zo zwaar is dan vroeger. Het is helemaal niet zo onschuldig qua gezondheid, maar mijn zorg is vooral dat het allemaal illegaal geld schept. Groepen worden de criminaliteit ingezogen, omdat zij afhankelijk worden van crimineel geld.
Het plan van de Kamer is struisvogelpolitiek. Want als de achterdeur is gereguleerd, zullen de coffeeshophouders meteen zeggen dat we moeten optreden tegen de illegale kwekerijen, omdat die hun oneerlijke concurrentie aandoen. In het experiment van minister Hoogervorst van Volksgezondheid hebben we een officiële staatsplantage voor medicinale wiet, maar die kan men aan de straatstenen niet kwijt. Omdat daarover belasting moet worden betaald, is die wiet altijd twee of drie keer duurder dan de illegale.'
Kruijt: "Toch is een meerderheid in de Kamer voor een experiment met gereguleerde wietteelt. U heeft dus een probleem."
Donner: 'Als de Kamerleden dat willen moeten ze met een initiatiefwetsvoorstel komen om verdragen van de Verenigde Naties op te zeggen en om uit de Europese Unie te stappen vanwege de kaderbesluiten die we hebben genomen. Dan moeten ze vanwege de achterdeur Nederland maar isoleren en te kijk zetten als drugsnatie. Het is geen kwestie van u vraagt, wij draaien.'

Over zottigheid gesproken; nu in Engeland, de V.S. en andere Europese landen men juist bezig is de situatie meer te normaliseren. Laten inderdaad die initiatiefwetsvoorstellers maar eens voor de dag komen; dat moet dus vanuit de oppositie. D'66 was indertijd ook een voorstander van legalisatie, maar zoals iedereen weet is die partij nu de gebeten hond. Waar is die goede man toch zo bang voor? Met of zonder coffeeshops, supermarkten of apotheken - homegrown wiet zal altijd zijn weg vinden, door de eeuwen en culturen heen, daar kan geen Donnertjelief iets aan doen! Laat hem achter de alcohol aanzitten, en zich afvragen waarom iedereen over hem, en ander spotfiguren in de huidige regering valt - enige zelfkritiek is helaas niet te verwachten. Zoals mr. Ascher (zie hierboven) al te kennen gaf.
Jammer voor Nederland, dat het onder zo´n onbehouwen stelletje stoethaspels te lijden heeft, met zijn jammerlijke ´oplossingen´ voor zulke grote problemen als daar zijn - het malfunctioneren van politie en justitie, integratie, onderwijs, verpleging en verzorging, schooldropouts en plaatselijke onvrede. Moge de gemeenteraadsverkiezingen volgende maand blijk geven van enige verstandige en verstandelijke veranderingen ten goede.
Je m ´en doute!
Oftewel - ik betwijfel het -wat zijn we toch weinig op de hoogte, wat schiet de informatie te kort, wat worden we slecht, onjuist, onvolledig, leugenachtig voorgelicht!
Leve de Free Flow of Information, oorspronkelijk United Nations Uitgangspunt.
G
egroet, her en der, gij daar - ik hier in Amsterdam. Simon Vinkenoog, medespeler.


 

Woensdag 8 februari 2006

The Day of Precognition

In elk geval opwekkende post: plannen in het vooruitzicht en het nodige e-mailverkeer.
Ja hoor, ik kom graag over de hortus popularis spreken bij Beleidsoverleg in Groeneveld, Baarn. Ja hoor, ik neem graag plaats in de jury van webcam-poëzie. En ja hoor, ik ga graag mee op reis. Poëzie all over the place. Bij Festina Lente werd het een latertje, gisteren. Bewondering voor de wijze waarop Sven Ariaans het jury-rapport voorleest, althans aan de haal gaat met zijn aantekeningen - een schouderklopje daar, een terechtwijzing zo, en dan komt de winnaar uit de bus: Pom Wolff (1953), met wie ik a.s. zaterdag optreed in Woudrichem's Teerkamer. Hij debuteerde vorig jaar met de bundel Je bent erg mens in De Windroos-reeks, en behaalde vorig jaar de eretitel van jaarwinnaar van Festina Lente (als de maandwinnaars tegen elkaar uitkomen; 6 juni aanstaande weer, DV en gegeven de weersomstandigheden in de buitenlucht). Sven schreef toen over hem: 'Het is iemand die je zenuwen blootlegt... Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgegeven, wordt je ingewreven.'
Hij bevocht zijn overwinning op de jongere Martijn den Bakker, die wij hopen terug te zien in deze bloeiende 'poetry place', de eerste dinsdag van de maand. Slingertaal noemde hij zijn teksten, 'hoe ik lekker schizofreen tegen mezelf zit te zwijgen'; hij kreeg niet ten onrechte de publieksprijs met een ruime meerderheid van stemmen, alsmede een wild card voor de zesde juni. Een dichterscarrière in het verschiet?
Zovelen hopen het - en als het moet, dan moet het, en miskende genieën bestaan werkelijk niet meer. Maar zovelen vergeten dat het eerste dichterlijke gebod luidt: Gij dient te zinderen! Poëzie is zinderen, niet zwijmelen. Poëzie is in brand staan en er woorden voor vinden. Poëzie is gemanifesteerde energie, en Energy is eternal delight, zoals William Blake 200 jaar gelden al vaststelde. Poëzie is vechten noch vluchten. Poëzie is zijn, en niet hebben. Overzien, doorzien, zonneklaar.
Een van de deelnemende dichters stelde een zeer dichterlijke vraag in een van haar gedichten, te weten 'welk gedicht mij straks weer overkomt?' Het zinderen is uiteraard een vak, als je een uitweg vindt in de orale poëtische traditie, met zijn beklemtoningen, body language, en de eigen voedende stem van de dichter. Vaak, soms, meer dan genoeg, hoor je dichters hun werk voorlezen, als met tegenzin, zonder zich af te vragen of hun woorden wel overkomen, of iemand zich überhaupt interesseert voor wat zij te zeggen hebben. Braaf, kalm en okidoki dient het niet te zijn, een brave ingeslapen line-up, zoals Erik Jan het noemde. Middle-of-the-road; veilig - ware poëzie is niet veilig, maar avontuurllijk en meeslepend. Vaak genoeg gezegd, nooit genoeg geuit: Alle Registers Open!

Altijd weer spannend met een nieuwe medekijker door mappen met foto's te gaan: bij elke foto kun je een verhaal of anecdote vertellen, of je ziet een tot dusverre niet opgevallen detail; een huiskamer voor de verbouwing, een kale tuin in het eerste jaar (nu, na 15 jaar een jungle-in-wording), vrienden, op bezoek of op het podium en daarnaast, overledenen betrapt in een moment, peinzend, lachend. Zovelen die reis naar het Morgenland al hebben aangevangen? Soms voel je een aanwezigheid; een gespreksflard die voorbijschiet, een je ontvallen naam die weer oplicht. Al die tot dusverre niet gelezen boeken, die je bij het herinrichten tegenkomt!
Het geheim van de Islam, de meteoriet die voor de voeten van Adam viel, en door Ibrahim (Abraham) weer werd herontdekt en via Ali in de familie van Mohammed belandde, of in een visioen door de engel Djibril (Gabriël) aan de Profeet overhandigd, enfin google er Meteoriet Mekka op na, en je maakt kennis met de verschillende legendes.
Miljoenen Islamieten hebben er door de eeuwen heen de Tawaf volbracht, het zeven keer rond de Ka'aba draaien, waarin niet een afgebeelde God, maar een op aarde gevallen meteoriet wordt aanbeden. Een bizondere foto, afkomstig uit de Japanse Kodansha International-uitgave: The Road to Holy Mecca, door Hussein Yoshio Hirashima, in de serie This Beautiful World, first edition 1972.


Vandaag even geen geopolitiek; geen Moslimbroederschap; geen corruptie & fraude; de waanzin in de wereld wordt van hogerhand gevoed. Blijf er buiten: 'Wie zich een eigen weg baant door de wereld/hoort in het leven eens zijn eigen lied' (Roland Holst).
Het wordt eenieder toegewenst, Simon Vinkenoog.


 

Dinsdag 7 februari 2006

The Day of Utopia

Kiezen uit de vele mogelijkheden; een aanzetje hier, een vervolg daar. Zoveel te zien en te horen, te lezen en te overdenken.
'In de Arabische landen, waar nu demonstraties en openbare verontwaardiging in scène worden gezet, bestaat geen recht op vrije meningsuiting. Veel mensen vluchten van daaruit naar Europa, juist omdat ze kritiek hebben geuit op godsdienst, politiek en samenleving', betoogt Ayaan Hirsi Ali in Der Spiegel, volgens de tijdschriftenrubriek van Marianne Boissevain in de Volkskrant vanochtend. 'De totalitaire islamitische regimes verkeren in een diepe crisis. Ze zijn door de mondialisering aan sterke veranderingen onderhevig, en ze zijn bang voor de hervormingsgezinde krachten die zich formeren onder de migranten in het Westen. De dreigementen tegen het Westen en het succes dat ze daarmee boeken, gebruiken ze vervolgens om deze mensen te intimideren.'

En dit was de getekende bijdrage aan het debat in NRC Handelsblad gisteren.

Ten vervolge: De Groene Amsterdammer (27/0l/06) heeft via Peter van Os een gesprek met William Blum, auteur van Rogue State, A Guide to the World's Only Superpower. Zie Kersvers van 3 februari. 'Op de dag dat De Groene Amsterdammer hem benadert, heeft hij al gesproken met cameraploegen van CNN, MSNVC, Fox en BBC. De kleine blanke man met een wit baardje, zoon van Poolse immigranten, maakt misschien daarom een enigszins uitgebluste indruk. "Maar het is me gelukt om niet te zwichten voor de druk te erkennen dat Bin Ladens aanrader op de een of andere manier mijn ongelijk zou laten zien. Ik ga niet pretenderen dat ik hier niet blij mee ben, Ik heb het vandaag al de hele tijd herhaald. Ik maak een verschil tussen mijn aversie tegen moslimfundamentalisten en een regime als dat van de Taliban enerzijds en mijn opvattingen over de desastreuze werking van de Amerikaanse buitenlandse politiek anderzijds. Op dat laatste punt zijn Bin Laden en ik het met elkaar eens. Ik maak deel uit van een beweging die Amerikanen wil informeren over het kwaad dat onze opeenvolgende regeringen in het buitenland doen. Het is natuurlijk wrang dat Bin Laden een groter gehoor krijgt dan ik, maar dat betekent niet dat hij geen gelijk heeft, op dit punt.'
De Nederlandse editie van Lemniscaat verscheen, met een voorwoord van Groene Amsterdammer-redacteur Aart Brouwer, die een voorzichtig voorbehoud maakt en er op wijst dat de regering van Amerika weliswaar schurkenstreken uithaalt, maar daarom nog lang geen schurkenstaat is. Het land heeft een 'vitale, democratische migrantencultuur' waarvan de veerkracht wordt geïllustreerd door het gegeven dat de scherpste critici van die schurkenstreken uit eigen land afkomstig zijn.
'Blum begrijpt die opmerking wel. Al is hij blij met Bin Ladens leestip, hij geeft toe er niet naar uit te zien om te leven onder "een regering die zijn beleidsvoorstellen overneemt". Maar zal hij Bin Ladens aanbeveling op de flaptekst zetten van een onvermijdelijke volgende druk? William Blum: "Ja, ik kan u vertellen dat mijn uitgever daar zelfs zojuist toe heeft besloten. Met mijn welbevinden."'

Ik was onder de indruk van het gesprek met de Deense wetenschapper Bjørn Lomborg (39), schrijver van het boek The Skeptical Environmentalist, in de Oudejaarseditie van de Volkskrant.
Door Time Magazine uitgeroepen tot een van de honderd meest invloedrijke personen van 2004 is Lomborg doende een Copenhagen Consensus bijeen te roepen, teneinde de wereldproblematieken aan een kosten-baten analyse te onderwerpen, en zodoende prioriteiten vast te stellen. "Neem alle betrokkenheid bij de gevolgen van de tsunami. Dat was prachtig. Maar die 300 duizend doden is hetzelfde aantal dat elke twee maanden in Zuid-Oost-Azië overlijdt aan eenvoudige te genezen ziekten. Dat zijn mensen die misschien nog wel meer recht hebben op onze bekommering, want zij kampen al zo lang met die ziekten. Zo beschouwd is de Copenhagen Consensus een manier om aandacht te vragen voor saaie, uitgekauwde problemen."
Wie verder belangstelt: www.copenhagenconsensus.com. Werp daarnaast ook een blik op de www.socialeagenda.nl, wat betreft Nederland.

Bert Schierbeek herinnert ons, in De Deur (Bezige Bij '72) er aan:

niet vergeten gvd wat hebben we gelachen
en niet en nooit vergeten dat we zo
hebben gelachen omdat we samen waren
en zoveel gelachen hebben dat we
het nooit zullen vergeten

En, tot slot, de bijdrage van Le Monde (en Het Parool) aan het cartoondebat rond de profeet Mahomet/Mohammed. Een welbestede dag alsnog toegewenst, Simon Vinkenoog.



Maandag 6 februari 2006

The Day of Popularity

Ik had er geen vermoeden van, dat het een 'heuse' persbijeenkomst was; de Kleine Zaal van het Concertgebouw stroomde vol, vanochtend. De landelijke, regionale en locale schrijvende pers, de microfoons van de diverse radio-verenigingen, een handvol fotografen en een enkele t.v.-camera waren bijeen om te luisteren naar wat de Stichting Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB)de komende Boekenweek (11 dagen van 15 tot 25 maart) aanstaande te bieden heeft: een gratis nieuw-geschreven boek bij aankoop van € 11.50 Nederlandstalige Literatuur, een op maat gesneden essay over het thema van de Boekenweek: BOEM PAUKESLAG - Schrijvers en muziek à € 2.50, en dit jaar alsnog, namens de Openbare Bibliotheken, een Boekenweektest 2006 ('met prijsvraag!') over de schrijver Arthur Japin, naar aanleiding van diens Boekenweekgechenk De grote wereld. Mag, embargo, niets verklappen: als lezer van Paul Witteman's kronieken in de Volkskrant, lees ik diens Erfstukken met graagte. Als presentator en gesprekspartner is hij ook samen met Jeroen Pauw, altijd voortreffelijk. Zij zullen te zien zijn tijdens de Boekenweek.
Dit, en veel meer om mee naar huis te nemen en te lezen; om Uit te gaan bieden in Rotterdam Luxor, Lantaren/Venster en Nighttown hun diensten aan (promotie North Sea Jazz Festival); in Amsterdam zijn het zowel het Muziekgebouw aan het IJ (promotie Holland Festival) als de Melkweg, die hun zalen aanbieden. Vrijdag 24 maart de Lowlands Book Store met een uitgebreide collectie boeken over muziek, alsmede optredens in drie zalen plus 1 cinema)) ter voorbereiding op het Lowlands Paradise-gebeuren deze zomer, waar al tien jaar dichters aan deelnemen, zoals ook het geval was bij de oorspronkelijke Flights to Lowlands Paradise, door Bunk Bessels, twee keer in de jaren 60 in de Utrechtse Jaarbeurshallen gehouden - bestaat daar nog documentatie over? Ik zou zelf het IISG moeten vragen, het Nationaal Pop Instituur wist van niets..
Verder kwam de heer Pierre Audi ons vertellen waarom hij iemand anders aan het woord liet; Kafka-fragmenten (altijd goed voor de hersenspoeling)), naar aanleiding van het komende Eerbetoon aan de 80-jarige componist Gyorgy Kurtág tijdens het komende Holland Festival: kortom, de heren Bindervoet & Henkes lieten iets horen over hun Beatles-vertalingen;

de lieftallige Roos (van Roos-beef) vertolkte vervolgens hun versie van 'You've got to hide your love away', wat met hun vertaling moeilijk te volbrengen was: Loop met je liefde niet te koop - en dan moet zo'n stemmetje omhoog, terwijl volgens mij away omlaag is.
De Spinvis-kern (Erik de Jong en Arjan Witte) begeleidde mij bij enkele gedichten, en de heren Witteman en Japin toonden hun diverse werkjes.
Op de groepsfoto, vanaf de eerste rij in de zaal genomen door mijn Aanbedene Edith Ringnalda herkent men de een en de ander naast en rondom mij, de hurkende. Ook de mij onbekenden - deel uitmakend van het voor-achter-tussen-en-in-de coulissen verblijvende volkje, wij groeten u. Leuke ochtend. Lekkere broodjes. Goede koffie. Op naar het echte werk..
Kortom: wij hebben allemaal ons best gedaan; samenwerkingsverbanden tussen - wie zie ik niet allemaal verschijnen? - Hoofdsponsor NS (dagje gratis reizen 19 maart op vertoon van boekenweekgeschenk); de Openbare Bibliotheken; de bloeiende stichting Schrijvers School Samenleving; Crossing Border, en de eerste editie van een nieuw festival "Uitgesproken!" waaraan North Sea Jazz, Nighttown, Luxor en Lantaren/Venster deelnemen.
Een Boekenweekmagazine 2006 (adviesprijs € 1.-) BOEM PAUKESLAG, naar het gedicht van Paul van Ostaijen, bevat over 32 pagina's informatie over de diverse programma's, vignetjes en bio'tjes, alsmede de verkoopverwachtingen van 22 uitgevers, plus 8 pagina's uit het komende Berbernummer van Passionate Magazine, met een overzicht van Het literaire tijdschrift, 12 beschrijvingen over twee pagina's, waaraan vreemd genoeg Awater ontbreekt. En dat er literaire ontmoetingsplaatsen op Internet bestaan: geen woord daarover in Passionate. Over Poëzie in Carré geen CPNB-woord. Over de komende cd Ja! van Spinvis/Vinkenoog geen woord.
Uitgesproken! Wat een naam voor een festival. Daar gaan we, tekst voor de doopplechtigheid. Nú.
Uitgesproken!     Aangevangen!      Opgehouden!     Stopgezet!     Haasje over!    Kom maar binnen!     We gaan beginnen!   We zitten er al midden in!   Het begin van al wat komen gaat!     Beter nu te vroeg, dan ooit te laat!
Zo, dat zit er op.
Het Huiswerk van de Dichter. Simon Vinkenoog

Arjan Witte, Erik de Jong en Simon Vinkenoog


Zondag 5 februari 2006

The Day of Quiet Eloquence

Een interessante, welsprekende (voor zover ik het Italiaans begrijp) aanwinst voor mijn boeken-over-Amsterdam-bibliotheek, mij tijdens de Bazel-bijeenkomst in de handen gedrukt door de schrijver Matteo Guernaccia. Gioco Magia Anarchia: Amsterdam nelli Anni Sessanta, volgens de achterflap een Cox 18 books, Happening e sciamani, Provos e gnomi, Biciclette bianche e sogni bagnati, Erbe Estotiche e Carezze Psichedeliche.
Op de binnenflap uitspraken van Harry Mulisch en Cees Nooteboom, alsmede een excerpt uit de Proclamazione del Libero Stato di Orange. Op de franse titelpagina een afbeelding van het PSP-affiche, dat enige lokale beroemdheid geniet: naakte jongedame, armen gespreid, borsten vrij vooruit (de Zonnegroet!); vlak daarachter: koe kijkt toe. Plus de handgeschreven opdracht: To Simon Right On 'The Magic Center'.
Nu vooruit dan maar; gedrukt zijn de opdrachten: A Primo Moroni, contastorie e amico, Alle Belle Addormentateli di Piazza Dam i Ad Amsterdam.
Verder dankbetuigingen aan echtgenote Tiziana en zoon Maia, aan de vrienden van de Calusca City Lights en de tribù Cox 18 Milano, aan Tjebbe van Tijen (altijd onvermoeibaar),aan Eef Vermeg en Jan van der Hoef, van het IISG in Amsterdam (waar mijn archieven huizen), aan Peter Pontiac in Bussum, aan Kees en Klaas van striphuis Lambiek in Amsterdam, en aan vijf bij name genoemde Italianen. Verder illustratieverwijzingen, en voor wie nu al meer wil weten www.coc.18.org en libreriacalusca@yahoo.it, tel.nr. op aanvraag via Guestbook.
Al in de Introduzione, na de hyperbolen over de stad Amsterdam op de eerste pagina de gabbers en de Lonsdale youth, de moord op de leader politicico Pim Fortuyn e del regista Theo Van Gogh, maar op de tweede pagina, gedateerd estate 2005:
La sua ricca storia è una garanzia: Amsterdam non rinuncerà facilmente alla sua anima "Eroica, Risoluta, Caritatevole", come recita il suo motto. Modificato negli anni Sessanta in: "Piacevole, Tollerante, Impossibile."
Dat moet hij niet alleen hier (in een zeer ruim geïllustreerd glansdrukboek van 240 pagina's - Ma heeft anderhalf uur plaatjes zitten kijken) hebben genoteerd, maar al eerder publiceerde hij, lees ik hier: Provos (1997), Paradiso Psichedelico (1998) en Provos e Biciclette Bianche in 2001, terwijl hij tevens lezingen heeft gehouden, schilderstukken tentoongesteld, voor Italiaanse radio en t.v. opgetreden, en wat dies meer zij: alles over de door hem zo bewonderde stad.
Kijk eens aan, met wie verbanden worden gelegd, pp 10/11, dan ga ik echt verder lezen:
Shiva en Parvati, Rembrandt en Vermeer, Amsterdam wordt MAD STREAM (corrente folle), wij zijn uno dei centri del Mandala Planetario, una delle Porte Cosmische.
Wie zijn niet in Amsterdam gedrukt? Athanasius Kircher met zijn Ars Magna Sciendi (1669) en Ars Magna Lucis (1671), Jacob Boehme's Theosophische Wercke (1692), Isaak Luria's L'albero di Sefroth (1708), Le Triomphe Hermétique van Limojon de Saint-Didier in 1710, de Histoire des imaginations de M. Oufle van de abbé Laurent Bordelon, in dat zelfde jaar. Verder wordt verwezen naar de Theosophische Vereniging, Piet Mondiaan, HPB, de mathematicus Schoenmakers, de Stijl en ik eindig deze eerste doorbladerpogingen met Krishnamurti.
Van de Ritman-bibliotheek was in de jaren zestig nog geen sprake; misschien iets voor een volgend bezoek van deze enthousiasteling? Arriveder ci, a domani, D.V., suo Simon Vinkenoog di Amsterdam (Mad Master).


 

Zaterdag 4 februari 2006

The Day of the Curveballer

Beste vriend, lang niet gezien - even bijpraten. De zon scheen, we onderbraken gedrieëen (Edith, haar Ma die hier een paar dagen logeert en ik) ons spelletje scrabble, want wij wilden graag de tuin in Nieuwendam weer eens bezoeken. Het bleek acht graden boven nul; uit te houden. Ik had me voorgenomen bij elk bezoek het andere huisje aldaar binnen te duiken, waar ik in geen maanden geweest ben.
Dwars door de winterse jungle, sleutel in slot, deur open en even bleef ik vol ontzag staan. Wat mij al niet binnenliet ! Mooi opgeruimd, d.w.z. niets te zien, opgeklapte staalmatras, drie stoelen, Louter genieten lag open op tafel.
Ik besloot links onder te beginnen; kasten puilen uit en ik doe boeken weg, dus ergens maak je aanstalten; ik haalde wat curiositeiten te voorschijn, die ik hier even aan hun specialisme laat ontkomen.
Hallo. Daar gaan we! Ik vond The POP-UP Book of M.C.Escher, Widersteh'Dich - Das Buch der Handlungen van Werner Pieper, twee afbeeldingen uit een Jain-tempel in India, een witte en een zwarte godheid - vreemd bezoek in 1993, herinneren wij ons . .

Een geplastificeerde kaart uit 16(..?) met het trotse opschrift Amstelodami Celeberrimi Hollandiæ Emporii Delineatio Nova met een Notularum Explicatio en een Verklaringe des getals, verder vier nummers van Gonzo Circus uit 1992-3, leg ik voor Derrick opzij -zal hem goed doen, als hij ze al niet kent-, dan een mapje met allerlei 'proeven van toonzetting voor een tekst bij het boek HEREM'NTIJD' voor een weekend over dat boek gehouden in november 1997, drie vergeten A4-tjes op de schrijfmachine getikt ('zei hij vertederend', overdacht hij), een en ander totaal vergeten in een grotere map met de drukproeven van dat boek en de selecties en de inkortingen en de verwijzingen en nieuwe tussenkoppen en foto-onderschriften; wat hebben Ida Schuurman, Ron Brassinga en ik ons daar langer dan een jaar zeer bewust mee 'onledig' gehouden. Dankbaar Liefdeswerk!
Leuk om te herlezen, nu ik mij überhaupt vragen stel over de drie boeken van vijfhonderd pagina's, die telkens opnieuw een cyclische implosie vormden, Orobouros, Alles in Een. (Liefde, 1966, Weergaloos, 1968 en Herem'ntijd 1998.
Zeventig dagen op ooghoogte in 1964, het getijdenboek rond de grote arcana van de Tarot juni '67-'juli 68, en de 30 jaar kroniek in BRES. Door het afscheid van Bres, het ontruimen van mijn papieren ter Bres-redactie stond het tuinhuisje propvol dozen en stapeltjes in touw verpakt; het ligt er allemaal nog steeds onuitgepakt, maar het merendeel is verborgen onder de tafel die wij ooit van Yermak kregen, achter een homemade kastje met vier plankjes - overgebleven van de verdwenen sigarenboer op de hoek op de Weesperzijde, waar ik tot 1987 woonde. Topografie en iconografie.
Niet mag ik in deze retrospectieve contekst vergeten de eerste jaargang van deze pagina's Kersvers, juni '04-'05, die ook alweer 461 pagina's beslaat.
Eenmalig exemplaar hier uitgeprint; op cd-rom beschikbaar. Register op DeskTopGoogle.
Twee nummers van Paranoia, The conspiracy Reader haalde ik te voorschijn, met het afschrift van mijn brief op BRES-papier met verzoek om meer info. Nooit beantwoord; misschien werd de redacteur paranoied toen hij las dat ik naar Frank Zappa luisterde terwijl ik de brief schreef.
Wat heb ik alsnog niet te verhalen en hier beschikbaar te stellen. Immer ruhig, komt er aan. Ik denk aan het verhaal van Arjan Witte in Passionate, over de Spinvis-toernee van vorig jaar. De schrijver en zijn mogelijkheden; heerlijk voluit. Geen streefdatum, deadline. Soms bespeel ik dit klavier des morgens, dan weer des middags of des avonds - nooit des nachts want dan deel ik de sponde met de warmste aller lieve, leuke en lekkere vrouwen. En ik sleepte nog twee boeken hierheen; toen was de tas uit India vol. Ten eerste de Grateful Dead Anthology, een songbladmuziekboek van 260 pagina's waarin een overzicht van de Recordings, van '67 tot en met '78.
Blues for Allah, lees ik, Garcia-Hunter, 1975. Achach.
En ik ga weer eens het magazine-formaat boek vol foto's van 240 pagina's bekijken, geschreven door Hank Harrison, vader van Courtney Love: THE DEAD Volume I, A Social History of the Haight-Ashbury Experience, The Archives Press, uit 1972, herdrukt in 1990 met een voorwoord uit 1985. (Glorieuze beschrijvingen van Paradiso, Amsterdam, 1967 - overigens, pp. 214/16.. Giechelend.)
Of het ooit tot delen II en III van een beoogde trilogie is gekomen, weet ik niet eens. De bandleden, die ik ontmoette, Garcia First Among Them, wilden niets meer met hem te maken hebben; hij zweette zich een weg door het leven met een doos vol medicijnen: hij nam minstens 14 verschillende pillen per dag tot zich, zweette nog meer, werd nog dikker.... Vreemde herinneringen opnieuw, nooit is iets weg, alleen maar onderweg.

Zodra ik er was, wist ik het. Ik zette me op een van de twee bankjes op het Ketjenplantsoen, binnen de hekken van de Buitenzorg-enclave, en ik wist het opnieuw: groen doet mijn ogen goed. Groen is goed voor het gemoed. Meer dan een bliksembezoek. Afrodite van Annetje was in winterslaap, gehuld in vuilniszakken. En weer even de één seconde FLITS, de geur, dezelfde geur als de eerste keer dat je die geur opmerkte, en er blijkbaar genoeg van overgehouden om weer op dezelfde manier geraakt te worden, en dat alles even maar, nog niet eens een déjà vu - en weg is het. Maar het was er. Alles in je: je ademt, in en uit. Je was, je bent, en je zult zijn.
Ik kan dan wel doen alsof ik slenter, maar ik loop gewoon stapvoets. Voetje voor voetje door het leven, eenmaal gezeten uiteraard weer het hoogste woord, of staand, in principe overal. Wel lastig voor dit vrije vogeltje dat nooit zout op de staart wilde; a moving target is hard to hit...
Quivive blijft, je telt wat meer de af te leggen afstanden. En wat bén je dankbaar en gelukkig met de beschermengel, die het leven met je deelt. Leuke rit door de altijd weer mooie stad, gezellig zo'n zaterdagmiddag vol marktbezoekers op de Noordermarkt. Wij gingen bij Island Bookstore in de Westerstraat langs; ik wil Max Pam's De armen van de inktvis lezen, en Edith zocht een kookboek dat ze niet vond.
Je ziet; ik ben weer thuis en maak het me gemakkelijk. Genoeg te doen. Soms even niets. Nu. Simon Vinkenoog.


Vrijdag 3 februari 2006

The Day of Exacting Realism

William Blum: SCHURKENSTAAT. De buitenlandse politiek van de enige supermacht ter wereld. Uitgave Lemniscaat, vertaald door Rob van Erkelens en Nicoline Timmer. Uitgave Lemniscaat, 2003, 380 pagina's, ISBN 90 5637 496 6.


Het boek (Rogue State: A Guide to the World's Only Superpower; new updated edition 2002) is verschenen in De Kritische Reeks, ' ontstaan vanuit een bij velen levende bezorgdheid over mondiale ontwikkelingen. Deze reeks wil een bijdrage leveren aan de discussie over een rechtvaardiger wereld waarin culturele diversiteit, zorg voor het milieu en zeggenschap van mensen over hun eigen omgeving centraal staan.'

INHOUD:      
Voorwoord bij de Nederlandse editie door Aart Brouwer. Zien en gezien worden. Inleiding bij de nieuwe editie door William Blum: over 11 september 2001 en de  bombardementen op Afghanistan.
Inleiding.
I.  De onzen en de hunnen: de haat-liefdeverhouding van Washington met terroristen en
 mensenrechtenschenders
1   Waarom moeten terroristen steeds weer de Verenigde Staten hebben?
2   Amerika's geschenk aan de wereld - de Afghaanse leerling-terroristen
3   Moordaanslagen
4   Fragmenten uit trainingshandboeken voor het Amerikaanse leger en de CIA of ...wat aardige ideetjes van de good guys
5   Martelingen
6   De 'onfrisse personen'
7   Nieuwe 'onfrisse personen' opleiden
8   Oorlogsmisdadigers: de hunnen en de onzen
9   Toevluchtsoord voor terrroristen
10 Steun aan Pol Pot

II.   Gebruik van massavernietigingswapens door de Verenigde Staten
11  Bombardementen
12  Verarmd uranium
13  Clusterbommen
14  Gebruik van chemische en biologische wapens door de Verenigde Staten in het buitenland
15  Gebruik van chemische en biologische wapens door de Verenigde Staten in eigen land
16  Het stimuleren van het gebruik van chemische en biologische wapens door andere landen

III. Een schurkenstaat versus de wereld
17  Een beknopte geschiedenis van de Amerikaanse interventies over de hele wereld van1945 tot heden
18  Verkiezingen corrumperen
19  Het paard van Troje: The National Endowment for Democracy
20  De Verenigde Staten versus de wereld in de Verenigde Naties
21  Het afluisteren van de wereld
22  Ontvoeren en plunderen
23  Hoe de CIA ervoor zorgde dat Nelson Mandela gevangen werd gezet, 28 jaar lang
24  De CIA en drugs: zeg gewoon 'Waarom ook niet?'
25  Als je de enige supermacht in de wereld bent, dan hoef je nooit sorry
te zeggen(met als motto: 'Ik zal me nooit verontschuldigen
voor Amerika. Het kan me niet schelen hoe de feiten liggen..'
George Bush, sprekend in de hoedanigheid van vice-president
in de context van het neerschieten van een Iraans passagiersvliegtuig 
door een Amerikaans schip, wat 290 levens kostte.
Newsweek
, 15 augustus 1988.Papa Bush dus.)
26  De Verenigde Staten plegen er invasies, bombardementen
en moorden voor ... maar geloven Amerikanen echt in vrij ondernemerschap?
27  Een dag uit het leven van een vrij land (pagina 341: "Wat de meeste Amerikanen ervan weerhoudt geschokt te zijn door het verscheuren van de Bill of Rights, is dat ze de consequenties nog niet hebben ervaren, persoonlijk of door iemand dicht bij hen.
Het lijkt er echter op dat ze alleen maar hoeven te wachten.
De buitenlandse groupies van Amerika blijven ondertussen gelukzalig onwetend van al het bovenstaande en hebben een enorme behoefte aan een realiteitstransplantatie."
Noten Over de auteur. In New York geboren1933, studeerde aan het City College aldaar en werkte bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat hij in 1967 verliet vanwege zijn weerstand tegen wat de V.S. deden in Vietnam.
Werd een van de oprichters van de Washington Free Press, de eerste underground krant in de hoofdstad.
Verbleef 1972-73 in Chili, tijdens het 'socialistische experiment' van de regering-Allende, die tragisch ten val werd gebracht door een door de CIA geregisseerde coup.
Publiceerde eerder Killing Hope: U.S. Military and CIA Interventions Since World War II (1995) en West-Bloc Dissident: A Cold War Memoir (2002).
e-mail: bblum6@aol.com en http://members.aol.com/bblum6/American_holocaust.htm

Grimmig huiswerk. Hoogst noodzakelijk, na de tragisch verlopen kabinets-en-parlementsbeslissing Nederlandse soldaten naar Afghanistan te sturen, niettegenstaande onhoudbaarheid van hun posities aldaar.
Hulde aan uitgeverij Lemniscaat, en 'dank' aan Osama Bin Laden, die dit boek onder de aandacht van het Amerikaanse publiek bracht.
Uw minderheid van één: Simon Vinkenoog, intuïtionist, realiteitstransplanteur.


 

Donderdag 2 februari 2006

The Day of Class

Zeg dat wel. De hogeschool van het leven, boeken lezen - je eerste en laatste vrienden. Afstand gedaan van 177 boeken; je kunt niet eens zien dat ze er niet meer zijn. Wat ik wilde behouden is in staat zonder dwars-en bovenliggers de plankruimte weer te vullen. Wel is er een rijtje boeken op de grond verdwenen; trof er een paar dichtbundels aan die daar niet thuis hoorden.
Afstand overigens van de aangevangen verzamelwoedes, die uitwoedden. Op een gegeven ogenblik hoefde het niet meer; was je er zogezegd op uitgekeken. Houd 1 klassieke tekst over en alle commentaren kunnen gevoegelijk worden opzijgezet. De Bagawat Githa als eindexamen; nu ben je wijs man, geslaagd, mag je over. Ach, ik noem geen heilige Namen, ze nemen me niets kwalijk, vervolgen op internet (meer dan drie miljoen boeken aangeboden, hoor ik), hun eigen weg. Bo Yin Ra bewaarde ik. En Meher Baba, en de Krishnamurti-biografiën. En Zen laat mij niet los; noch de Tao van Wu-Wei. Non-volitional thinking. Tarot mocht wegvliegen; zo de voorspellers en kaartleggers. Opgeruimd staat netjes, dat is het nog lang niet - ik zal een abonnement nemen op de komst van deze antiquaar, zoals ik ooit (kraan)water betrok, van de Waterman, ook uit het mooie Drenthe.

Het serene supreme moment. Even zonder input en/of output NIETS.
'Geen voorstelling van te maken'. Tekst op de voorgevel van de voormalige Hollandsche Schouwburg, waarvandaan Amsterdamse Joden hun martelgang naar de Hel moesten beginnen, in de Tweede Wereldoorlog. Nee, inderdaad niet. De grootsste dichters gaan aan hun beschrijvingen van de hel kapot. Of maken anderen kapot, door te denken zich daar voortdurend in te bevinden
Zoals ook de andere extremiteit, de Hemel, niet voorstelbaar te maken is.
Henri Michaux schreef (onder mescaline) het gevoel te hebben zich als superlatief tussen de superlatieven van de superlatieven van de superlatieven enzovoort te bevinden - en ook daar is er, als elders, in de vele wegen van de menselijke geest, geen begin en geen einde; slechts de gewaarwording, het besef van die cyclische Werdegang, Evolutie geheten, waarvan je je steeds meer bewust wordt. Hier is het, en het is hier NU. Zei de vinkring.
Ook dit leven, niet alleen de jeugd van je onsterfelijkheid (volgens Goethe), maar een Baarmoeder, waarvan wij allen het zenuwcentrum zijn. Gnosis-Akasha-Nirvana-Samsara: het eigen Zijn. Over alles te werpen. Van de ene Moeder naar de andere; zo niet - ook goed. Ook onvoorstelbaar, de beschrijving, vertolking, verbeelding van The Void, het Niets.

"Kunst is de liefde in elke daad.
Kwintessens. En het volledig liefde zijn.
En dit is liefde als Vincent deed:
de talenten die hij kreeg, tot de waanzin, tot het leed
dat vreugde wordt levend maken.
Niet het te zijn of niet te zijn is de levensopgaaf,
maar het misterie van het zijn vult alles.
Het eigen zijn. Dat over alles te leggen.
Wordt eigen zijn van de omgeving.
Alles te vervormen, te martelen, te doden
tot schoonheid.
Je zelf dood rekenen voor de wet, om de wet van je zelf te verbreden.
Abstractie van je zelf, want deze kosmiese liefde vult gans je zelf:
Bron van den aardbal.
Vincent. Zo is hij.
Hij is niets en hij is alles.
Als de priester en dienaar.
En de wijn die eenvoudig perelt in de kelk
is plots onder de adem van liefde, bloed geworden.
Levende drank.

Slotframent uit het gedicht Vincent van Gogh 1, uit de reeks Vincent van Gogh 1 - 5, geschreven 27-30 oktober 1917, in Paul van Ostaijen'sVerzamelde gedichten, elfde druk, 1996.

Bij de deconstructie van die vier planken met boeken, losgerukt uit de lethargie van het jarenlang niet aangeraakt zijn, heb ik wel Antoine Bodar (Eeuwigh gaat voor Oogenblick) vlak naast Herman Philipse (Atheïstisch Manifest) gezet, kunnen ze het hier verder samen uitvechten. Een LSD-trip zou uiteraard van grote dienst kunnen zijn.
Of ze zouden, als andere nieuwsgierigen & geïnteresseerden, kunnen beginnen daarover het een en ander te lezen; er is genoeg op de markt. Soms vermeld ik hier de titel van een of ander boek over psychedelica (entheogenen); wie me via het Guesthouse om een uitgebreider boekenlijst vraagt hoop ik daarvan te kunnen voorzien. Zie verder Go with the blow voor meer lachkicks.

"De ontdekking van LSD valt in de geschiedenis van de mensheid praktisch samen met de ontwikkeling en het eerste gebruik van de atoombom. Deze gelijktijdige botsing van de negatieve fysische vernietigings- en splijtbom met de positieve, psychische 'bewustzijnsveranderingen' betekent voor mij een afspraak van de evolutie: een afspraak van de buitenwereld met de binnenwereld. Anders uitgedrukt: LSD is het antwoord van de innerlijke wereld op vragen uit de werkelijkheid buiten ons."

Roger Liggensdorfer, uitgever, in Christian Rätscch: 50 Jahre LSD-Erfahrung. Sokloturn/Lörbach, 1994.
Geciteerd in Gerben Hellinga & Hans Plomp Uit je bol, geheel herziene en geactualiseerde editie, 2005, Prometheus, Amsterdam.

Genoeg uit de school geklapt, bonsoir! Simon Vinkenoog.


Woensdag 1 februari 2006

The Day of Wilfullness

and, born on this day Langston Hughes (according to The Secret Language of Birthdays - Personality Profiles for Each Day of the Year, by Gary Goldschneider & Joost Elffers, two Allies to Who I owe this year's name-giving.
Last year I used an old English Universal Festival Calender for that purpose.
This is a dutch (beautiful!) language site, a diary as it were, by a 77year young Poet-Performer-Chronicler, whose pictures, quotes, audio-videos show we're All Allright. Hidden behind the button SPOT on this page you ll' find your Basic MidAtlantic way through my world (where the Doors of Perception have been opened just to let Light through, Hambdullilah, the rest of my Life, Halleluja. Praise the Lord and pass the ammunition! Come & suck the Light! (Wavy Gravy).

Montage of a dream referred. Een dichtbundel van Langston Hughes, die ik in handen kreeg, begin jaren vijftig. Ik sla er Ik zag hoe zwart ik was op na, de bloemlezing met poëzie van noordamerikaanse negers, in december 1958 als Ooievaar 94 uit het nest van Bert Bakker gevlogen in 10.000 exemplaren. Verzameld, ingeleid en van vertalingen voorzien door Rosey E. Pool en Paul Breman. Eenvoudige straattaal, korte regels, bezweringen, oproepen, liefdes. Lenox Avenue Mural. From river to river,/uptown and down,/ there's liable to be confusion/in a dream referred.
Uit de inleiding van deze tweetalige bloemlezing interessante gegevens over de New Negro Movement, ontstaan vanuit de eerste Amerikaanse bloemlezing, 'die uitsluitend poëzie van gekleurde (1958! Nu zou men zwarte mogen zeggen. SV) dichters bevat': James Weldon Johnson's The Book of American Negro Poetry, en in 1922 verscheen.
Het gedicht The New Negro (With soul awakened, wise and strong he stands,/holding his destiny within his hands.') van James Edard Mc Call, gaf de 'beweging' een naam. 'Volgens Sterling Brown, die als dichter en vooral als essayist een vooraanstaande plaats in de 'beweging' innam, wordt de poëzie van de Nieuwe Neger beheerst door 4 belangrijke factoren:
1. De ontdekking van Afrika als bron van ras-bewustzijn - gesteund door de rechtmatige trots, dat Europa tezelfdertijd de 'primitieven' ontdekte als belangrijke inspiratiebron.
2. Het gebruik van negerhelden en van belangrijke episodes uit de geschiedenis van het zwarte ras in Amerika - zoals John Brown's overval op Harper's Ferry, twee jaar vóór het uitbreken van de Burgeroorlog, en de strijd van Toussiant l'Ouverture voor de bevrijding van Haiti uit Franse overheersing.
3. Krachtig sociaal protest, met name bij schrijvers als Fenton Johnson en Claude McKay, later ook bij Langston Hughes - een verschijnsel overigens dat zich in deze jaren ook  buiten de gekleurde bevolkinsggroep voordoet.
4. Openhartiger en diepgaande zelfontleding en zelfopenbaring - dat wil voornamelijk zeggen: schrijven zonder voortdurend rekening te houden met de reactie van het (blanke) publiek.'
Interessant een en ander te vergelijken met de ontwikkelingen in soul-muziek; gisteren weer mooie beelden daarvan in het voorlaatste deel van een interessante reeks (6 delen) van de BBC/NTS over soul, funk - en opnieuw... verruimd bewustzijn. Zo'n George Clinton: wat een kosmische joker! Volgens de Volkskrant zou in dit programma Marvin Gaye voorkomen; dat was niet het geval - tot grote spijt van mijn gelijknamige kleinzoon.

Even terug naar de basis, vanuit Amsterdam, vanuit notabene stadsdeel centrum.
Dichter F. Starik (info@starik.nl) meldde zich gisteren tot collega-dichters met de volgende missive, die ik graag doordraag:

"Jongelui,
het lijkt me een grappig idee als stadsdeel Westerpark in ons geliefde Amsterdam zijn eigen stadsdeeldichter krijgt.
Ik zou mezelf een heel geschikte kandidaat vinden, maar er zijn veel meer namen te verzinnen. Mijn verzoek: stuur onderstaand briefje met uw eigen naam eronder door aan de wethouder Kunst, de heer Dick Jansen, opdat deze, als een van zijn laatste bestuursdaden als zittend wethouder, nog vlug even een stadsdeeldichter benoemt. Erik Lindner, Joost Baars, Diana Ozon, Ilse Starkenburg, Hans Kloos, F. Starik, Adriaan Waalwijk: al deze dichters wonen in Westerpark, en er zijn vast meer Namen te noemen die ik nog vergeten ben. Knip en plak dit bericht - of knutsel zelf een veel enthousiastere brief - naar het emailadres vanm de zittende wethouder en wie weet, kunnen we nog voor de stadsdeelverkiezingen de tweede stadsdeeldichter van Amstertdam begroeten.
En voor de ware liefhebbers van campagnevoeren: stuur het bericht, eventueel met de kandidaat van je keuze, door aan je gehele adresboek.

Aan: Dick Jansen, wethouder Onderwijs, Welzijn en Kunst,
stadsdeel Westerpark, email: D.Jansen@westerpark.nl

Amsterdam, 31 januari 2006

Geachte heer Jansen,

Sinds enige jaren worden er overal in ons land stadsdichters benoemd.

Het zal u niet ontgaan zijn dat stadsdeel Centrum onlangs, in de persoon van Adriaan Jaeggi, een buurtdichter benoemde. Daarbij mag ons mooie en creative stadsdeel, dat onderdak biedt aan zoveel schrijvers, dichters, theatermakers, beeldend kunstenaars en muzikanten, natuurlijk niet achterblijven.

De publicitaire waarde van zo'n stadsdeeldichter overstijgt vele malen de kosten die ermee gemoeid zijn. En wat zou er mooier zijn, met de verkiezingen in aantocht, als het nieuwe bestuur kan worden ingezegend door de eerste, offticiële Stadsdeeldichter Wesperpark?

Met de meeste hoogachting, "

was verder open gelaten: ik voeg er graag mijn naam aan toe, maar zo'n brief zou vergezeld moeten gaan van drie favoriete kandidaat-namen (eerst checken of ze willen). Voor mij zouden dat 1. F.Starik, 2. Diana Ozon en 3. Adriaan Waalwijk zijn.
Simon Vinkenoog.
Genoeg gepreekt voor eigen parochie.




JANUARI 2006